De concurrentiepositie van Nederlandse steden

Vanuit internationaal perspectief kent Nederland geen grote steden, maar bestaat het uit een netwerk van middelgrote en kleine steden die relatief dichtbij elkaar liggen. In vergelijking met hun Europese concurrenten scoren Nederlandse steden minder op agglomeratiekracht. Uit recent onderzoek blijkt dat agglomeratiekracht vervangen kan worden door een goede positie van steden in internationale, nationale en regionale netwerken.

In de publicatie “De concurrentiepositie van Nederlandse steden. Van agglomeratiekracht naar netwerkkracht” komt aan de orde dat het polycentrische karakter van de Nederlandse stedelijke regio’s volop mogelijkheden biedt om te komen tot ‘borrowed size’. Steden kunnen van elkaar agglomeratiekracht lenen en op deze manier profiteren van elkaars nabijheid. In hoeverre steden van elkaar kracht kunnen ontlenen, is afhankelijk van de inbedding in netwerken. Met andere woorden: agglomeratiekracht kan vervangen worden door netwerkkracht.

De publicatie is één van de resultaten van het zogenaamde ‘NAPOLEON’ onderzoek. Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van het ‘Kennis voor Krachtige Steden’ onderzoeksprogramma van Platform31. Het onderzoek is uitgevoerd door het PBL, de Universiteit Utrecht en de Technische Universiteit Delft, in nauwe samenwerking met de gemeente Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven en de regio Groningen-Assen.
 

Auteurs

Frank van Oort, Evert Meijers, Mark Thissen, Marloes Hoogerbrugge, Martijn Burger

Kenmerken

Publicatietitel
De concurrentiepositie van Nederlandse steden
Publicatiedatum
31 maart 2015
Publicatie type
Publicatie
Productnummer
1212