Deze figuur laat zien wat de nationale kosten zijn van de maatregelen die politieke partijen voorstellen voor de leefomgeving in 2030. In de figuur zijn de kosten weergegeven van alle maatregelen, behalve die voor het stimuleren van het woningaanbod. De nationale kosten zijn het saldo van de directe financiële kosten en baten voor burgers, bedrijven en de overheid bij elkaar. De nationale kosten in 2030 variëren tussen de 5 tot 6 miljard bij het CDA , SP, PvdA en de ChristenUnie, circa 8 miljard bij D66 tot circa 9 miljard euro per jaar bij GroenLinks. Bij GroenLinks, D66 en de SP zijn de nationale kosten in de gebouwde omgeving het omvangrijkst. Bij de ChristenUnie en het CDA zijn ze in de gebouwde omgeving en mobiliteit van ongeveer gelijke omvang. Bij D66 en GroenLinks zijn de kosten die in de industrie en de mobiliteit gemaakt worden vergelijkbaar. De SP en D66 zijn de enige partijen die kosten maken voor het opkopen van rechten in het Europese systeem van emissiehandel.
Deze figuur laat zien wat de nationale kosten zijn van de maatregelen die politieke partijen voorstellen voor de leefomgeving in 2030. In de figuur zijn de kosten weergegeven van alle maatregelen, behalve die voor het stimuleren van het woningaanbod. De nationale kosten zijn het saldo van de directe financiële kosten en baten voor burgers, bedrijven en de overheid bij elkaar.