Ouderen steeds mobieler, behalve op woningmarkt

De Europese Commissie riep 2012 uit tot het Jaar van Actief Ouder worden en Solidariteit tussen Generaties. Het rapport Actief Ouder Worden in Nederland van het Werkverband Periodieke Rapportage Bevolkingsvraagstukken (WPRB) verschijnt dan ook niet voor niets in dit jaar. Dit rapport biedt een andere kijk op vergrijzing. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) verzorgde het hoofdstuk over woongedrag, tijdsbesteding en verplaatsingsgedrag van actieve ouderen. De resultaten uit het rapport zijn op woensdag 3 oktober 2012 gepresenteerd op het seminar Actief Ouder Worden.

Vergrijzing voor 50 procent verantwoordelijk voor groei mobiliteit tot 2020

Ouderen vandaag de dag voelen zich gezonder dan ouderen in het verleden en zijn ook vitaler. Daarnaast hebben ze gemiddeld meer te besteden dan in het verleden. Met de toename van hun vrije tijd trekken de ouderen er dan ook massaal op uit: met de fiets, auto en het vliegtuig; naar binnen- en buitenlandse bestemmingen. De verwachte groei van de mobiliteit tot 2020 (van 3 procent) komt voor bijna de helft voor de rekening van de vergrijzing. En de mobiliteit van ouderen heeft voor ongeveer 50 procent vrijetijdsbesteding als reden. Deze mobiliteit heeft gevolgen voor milieu, ruimtegebruik en de lokale en regionale economie. Temperende effecten doen zich voor doordat de arbeidsparticipatie van 55-plussers toeneemt en meer vrouwen actief zijn op de arbeidsmarkt. De actieradius van ouderen neemt bovendien met het stijgen van de jaren weer af, vooral vanaf 75 jarige leeftijd.

Ouderen worden steeds automobieler

Ook is er sprake van een steeds hoger rijbewijs- en autobezit onder ouderen. De toename is vooral groot onder vrouwen. Het hoge autobezit onder de huidige 45-65-jarigen is een logische voorbode van een hoog autobezit onder ouderen van de toekomst. En wie een auto heeft, gebruikt hem, zelfs bij stijgende brandstofprijzen.

Ouderen verhuizen nauwelijks

De mobiliteit van ouderen op de woningmarkt is zeer gering. In 2010 verhuisde slechts 4 procent van de ouderen tussen de 65-85 jaar. De toename van het aandeel ouderenhuishoudens in het totaal aantal huishoudens leidt tot relatief minder doorstroming op de woningmarkt. De immobiliteit van ouderen op de woningmarkt wordt extra versterkt doordat mensen in toenemende mate oud worden in een eigen koopwoning. De economische crisis en het feit dat ouderen steeds minder hun huis volledig afbetalen, maakt dat de immobiliteit eerder nog toeneemt. Inzet van regio’s (zoals bijvoorbeeld Drenthe) op het aantrekken van ouderen, lijkt dan ook vrij zinloos.

Werkverband Periodieke Rapportage Bevolkingsvraagstukken (WPRB)

Het WPRB is in 1983 ingesteld door de regering om te rapporteren over bevolkingsontwikkelingen en de maatschappelijke gevolgen. Het WPRB wordt geleid door het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) en bestaat verder uit vertegenwoordigers van het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving), het SCP (Sociaal en Cultureel Planbureau), het CPB (Centraal Planbureau) en het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek). Het WPRB rapporteert driejaarlijks. Het inmiddels 10e WPRB rapport verschijnt als uitgave van NIDI/KNAW Press.

Gerelateerd

Over het onderwerp:

Wonen en ruimte

Onderzoeken over de woningmarkt, de woningvoorraad en de woonomgeving.

Meer over wonen en ruimte