Wereldwijde studie toont wat nodig is voor energietransitie

Nieuws

Het is mogelijk een duurzaam energiesysteem te bereiken door een transformatie van het huidige systeem. Die transformatie moet op korte termijn beginnen en vergt meer dan het traditionele beleidsinstrumentarium. In bijna alle landen, en Nederland incluis, is het energiebeleid niet op een dergelijke transformatie afgestemd. De overheid moet een belangrijke rol spelen, maar de inspanningen van individuele mensen, bedrijven en buurten zijn even belangrijk, en moeten ook nog eens gelijk oplopen met de ontwikkeling van een alternatief energie-innovatiesysteem.

Dit blijkt uit de Global Energy Assessment, die vandaag voor het Nederlandse publiek is gelanceerd. Honderden experts uit de hele wereld, waaronder zo’n twintig uit Nederland, hebben meegewerkt aan de Global Energy Assessment (GEA). De Nederlandse bijdragen kwamen onder andere van ECN, het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en de Universiteit Utrecht. Niet eerder werd zoveel kennis rond het wereldwijde energiesysteem (variërend van economie, milieu, technologie tot scenario’s, gedrag en beleid) gecombineerd.

De GEA laat zien dat een energietransitie technisch haalbaar is, maar dat ze wel een complex samenspel van het volledige energiespeelveld vergt. Daarbij moeten ook innovatiesystemen en duurzame levensstijlen expliciet op de beleidsagenda staan. Het is niet voldoende om bijvoorbeeld fossiele energie te beprijzen of een doelstelling voor duurzame energie af te spreken.

Uitdagingen

De mondiale energiehuishouding staat voor een aantal cruciale duurzaamheidsopgaven. De GEA identificeert er zes:

  1. de energievoorziening betaalbaar maken voor de 9 miljard mensen op de wereld in 2050 en als zodanig bijdragen aan economische ontwikkeling,
  2. toegang bieden tot elektriciteit en moderne kookenergie voor de respectievelijk 1,4 en 3 miljard mensen die dat nu ontberen,
  3. luchtvervuiling verminderen zowel binnenshuis als in de directe leefomgeving,
  4. het beperken van klimaatverandering door menselijk handelen, 5) energievoorzieningszekerheid bewerkstelligen door spreiding van energiebronnen en vermindering van import en 6) andere nadelige effecten van energiesystemen beperken.

Uit de analyse blijkt dat het mogelijk is al deze doelen te verwezenlijken, mits overheden, burgers, bedrijven en maatschappelijke, wetenschappelijke en internationale organisaties gezamenlijk optrekken. Een transformatie die aan de bovengenoemde uitdagingen kan voldoen bestaat, volgens de GEA uit de volgende onderdelen: veel meer aandacht voor energiebesparing, een snelle groei in investeringen in CO2 arme energiebronnen (zoals hernieuwbare energie, nucleair en koolstofafvang), en het wereldwijd investeren in toegang tot energie. Dit laatste heeft onder meer baten in de vorm van betere gezondheid, afname van lokale milieudruk en een bijdrage aan economische ontwikkeling.