PBL/CBS Regionale bevolkings- en huishoudensprognose 2019–2050: Woningbouwveronderstellingen

08-10-2019 | Artikel

In september 2019 is voor de zevende keer de PBL/CBS Regionale bevolkings- en huishoudensprognose uitgebracht. In dit artikel wordt ingegaan op de woningbouwveronderstellingen  van deze prognose (de verwachte ontwikkeling van de woningvoorraad). Voor de onderbouwing is op nationaal niveau gekeken naar de toekomstige huishoudensgroei volgens de CBS Huishoudensprognose en de waargenomen trends in de woningbouw. Op gemeentelijk niveau is gebruik gemaakt van gemeentelijke en provinciale kennis en expertise en een analyse van binnenlandse migratie. Expert opinion is ingeschakeld om de diverse inzichten onder een noemer te krijgen en nader te valideren.

Duidelijke verschillen tussen grote steden en plattelandsgemeenten

De netto woningbouw (toevoegingen minus onttrekkingen) in Nederland  neemt momenteel toe. Na 2020 groeit de woningvoorraad echter  minder snel, mede onder invloed van de afname van de groei van het aantal huishoudens. De verwachting is  dat in de toekomst de netto woningbouw in de grote gemeenten groter zal zijn dan in de rest van Nederland. Voor de komende jaren wordt verwacht dat de netto woningbouw in gemeenten met 100 duizend of meer inwoners fors zal stijgen. Na 2021 zet een daling in, eerst in een snel tempo en daarna in een rustiger tempo. Voor de rest van Nederland wordt verondersteld dat, na een redelijk stabiele netto woningbouw, vanaf 2020 een daling inzet. Dit betekent dat de huishoudensgroei en daarmee ook de bevolkingsgroei zich in de toekomst gaat concentreren in de grote gemeenten.