Inleiding Natuur en Biodiversiteit

In het dichtbevolkte Nederland is natuur een schaars goed. Naast de hoeveelheid is ook de kwaliteit een probleem. Verzuring, vermesting, versnippering, verdroging en klimaatverandering bedreigen de leefgebieden en ecosystemen van planten en dieren. 

Met diverse vormen van natuurbeleid en vormen van beheer probeert de overheid de natuur te beschermen en de kwaliteit te verbeteren. Veel beleid heeft zijn basis in internationale afspraken en Europese richtlijnen. Nederland probeert ook de biodiversiteit in stand te houden of zelfs te verbeteren. Met biodiversiteit, een verkorting van "biologische diversiteit" bedoelen we de totale verscheidenheid van alle levende planten en dieren op aarde. Biodiversiteit betreft zowel de variatie in soorten, als ook de erfelijke variatie binnen soorten en de variatie aan levensgemeenschappen (habitats) of ecosystemen.

Foto: vogels boven natuurlijk grasland

Aantasting natuur - belangrijkste oorzaken

Vooral in de twintigste eeuw is de natuur in Nederland steeds verder achteruitgegaan. De mens heeft steeds meer ingrepen gedaan in de ongerepte natuur. Natuurlijke gebieden zijn omgezet in landbouwgrond en bebouwing. Wegen doorkruisen grote natuurgebieden, die daardoor versnipperd raakten. Door bemaling zijn grondwaterstanden verlaagd, om gebieden bewoonbaar te maken en beter landbouw te kunnen bedrijven. Maar voor de aanpalende natuurgebieden had dit verdroging tot gevolg. Zware bemesting verbeterde de landbouwopbrengsten, maar grote voedselrijkdom (eutrofiëring of vermesting) leidde tot het verdwijnen van veel plantensoorten. Ammoniak die door de veehouderij wordt uitgestoten heeft geleid tot verzuring van aangrenzende natuurgebieden.

De laatste jaren is klimaatverandering als bedreiging van de natuur naar voren gekomen. Veranderingen kunnen zo snel gaan dat de ecosystemen die niet goed kunnen verwerken.

Natuur en biodiversiteit zijn belangrijk

Er zijn verschillende redenen waarom behoud van natuur en biodiversiteit belangrijk is. Ten eerste heeft natuur een intrinsieke waarde. Planten en dieren hebben uit zichzelf bestaansrecht en aantasting daarvan moet zoveel mogelijk vermeden worden. Ten tweede vervullen natuurlijke hulpmiddelen basisfuncties zonder welke de mens niet kan overleven. We spreken dan van ecosysteemdiensten. Basisdiensten die de natuur levert zijn voedselvoorziening, schoon drinkwater, hout, beschutting, matiging van weersinvloeden en klimaat. Maar er zijn ook afgeleide waarden, zoals recreatiemogelijkheden en aantrekkelijke woonomgeving.

Natuurbeleid heeft verschillende thema's

Het natuurbeleid kent verschillende thema's en verschillende instrumenten die ingezet worden om de doelen te bereiken. De belangrijkste zijn:

  • Ecologische hoofdstructuur (Opbouw van een netwerk van verbonden natuurgebieden met voor de natuur gunstige omstandigheden)
  • Natuurbeheer (Er worden vergoedingen gegeven voor geleverde beheersinspanningen en gekoppeld aan het bereiken van gespecificeerde natuurdoelen)
  • Natura 2000 (Implementatie van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen voor de bescherming van soorten en gebieden)
  • Natuurbescherming (In de natuurbeschermingswet en Flora- en Faunawet wordt bescherming voor kwetsbare soorten en gebieden geregeld)
  • Soortenbeleid (Bescherming van specifieke kwetsbare soorten in hun leefgebied)

Sinds 2015 is het natuurbeleid voor een groot deel overgedragen aan de provincies. Voor een uitgebreide beschrijving van het beleid verwijzen we naar het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waar ook het natuurbeleid onder valt.

De rol van het PBL bij natuur en biodiversiteit

Het PBL volgt het natuurbeleid op de voet en analyseert wat de voortgang is. Worden de gestelde doelen behaald? Deze vraag wordt in de Natuurbalans, een twee-jaarlijks verschijnend rapport, uitgebreid behandeld. Naast het algemene beeld wordt daarin vaak één thema naar voren gehaald, zoals "natte natuur" of "landelijk gebied". Het provinciale natuurbeleid wordt apart  geevalueerd, in de reeks  Lerende evaluatie natuurpact.  Verder houdt het PBL een groot aantal indicatoren bij over de toestand van natuur en biodiversiteit. Deze kunt u vinden in het Compendium voor de Leefomgeving. Ongeveer vierjaarlijks voert het PBL een natuurverkenning uit, waarin vooruitgekeken wordt naar toekomstige ontwikkeling van natuur en biodiversiteit en verschillende scenario's worden geanalyseerd. Verder voert het PBL thematische analyses ("assessments") uit van onderdelen van het natuurbeleid. Het PBL werkt ook aan de biodiversiteit in internationaal verband. Zie daarvoor het Engelstalige dossier Biodiversity.