Verbetering waterkwaliteit door mestbeleid vlakt af, helft meetlocaties voldoet aan doel

Het mestbeleid leidt de laatste tien jaar in beperkte mate tot verbetering van de waterkwaliteit. Op de helft van de meetpunten in het landelijk gebied zijn de stikstof- en fosforconcentraties in het water nog te hoog. Wil Nederland overal de doelen voor oppervlakte- en grondwater realiseren, dan is het nodig het mestbeleid verder aan te scherpen.

Dit concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de studie Evaluatie Meststoffenwet 2012: syntheserapport, opgesteld in samenwerking met de WUR op verzoek van de ministeries van EL&I en IenM.

Dit jaar beginnen de onderhandelingen met de Europese Commissie over de maatregelen die Nederland zal treffen in het vijfde actieprogramma Nitraatrichtlijn, dat loopt van 2014 tot en met 2017. De uitwerking ervan is afhankelijk van de ambities die Nederland heeft om de waterkwaliteit verder te verbeteren en de eisen die de Europese Commissie daaraan wil stellen.

Mestbeleid tot heden

Nederland voert al 25 jaar mestbeleid met als doel om de milieubelasting door het gebruik van de mineralen stikstof en fosfor in meststoffen terug te dringen. Het mestbeleid richt zich op het begrenzen van de toevoer van de hoeveelheid mineralen naar landbouwgrond en op het stellen van regels aan de periode waarin en wijze waarop deze mineralen worden toegediend. Primair gaat het om verminderen van de belasting en daarmee om verbetering van de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater. Daarnaast is het mestbeleid ook van belang om emissies naar lucht van bijvoorbeeld ammoniak en lachgas te verminderen.

Mede dankzij de inzet van de boeren is onder invloed van het mestbeleid de waterkwaliteit tot ongeveer 2003-2005 verbeterd. Daarna is de verbetering beperkt. In de periode 2006-2010 voldoet zowel in grond- als oppervlaktewater ongeveer de helft van de meetlocaties aan de doelstellingen voor stikstof en fosfor. Daarbij zijn er grote verschillen tussen regio’s in Nederland en tussen bedrijfstypen. Voor het grondwater liggen in de regio’s met klei- en veengronden de nitraatconcentratie respectievelijk bij 80 en 100 procent van de bedrijven beneden de nitraatdoelstelling van 50 milligram per liter. In de zandregio geldt dit voor 45 procent, in de lössregio voor 25 procent. De resultaten zijn het slechtst voor het zuidelijk zandgebied. Hier voldoet slechts 20 procent van de bedrijven aan de norm.

Kosten mestbeleid

Tot nu toe zijn er geen aanwijzingen dat het mestbeleid heeft geleid tot lagere gewasopbrengsten. Bij enkele akkerbouwgewassen neemt de productie af maar er lijkt geen relatie met het mestbeleid te bestaan. Bij een groter aantal gewassen (ook qua areaal) is de productie gelijk gebleven of zelfs toegenomen.

Ondanks de hoge kosten van mestafzet kunnen Nederlandse veehouders door goede voederconversie en infrastructuur nog steeds op kostprijs concurreren met andere Europese producenten. In vergelijking met andere landen en intensieve regio’s behoren de vee dichtheid en stikstofdruk in Nederland nog steeds tot de hoogste van Europa. Het Nederlandse mestbeleid is vergelijkbaar met dat in Vlaanderen en minder streng dan dat in Denemarken.

Toekomstig mestbeleid

De Kabinetsbrief “Toekomstig mestbeleid” van 28 september 2011 beschrijft de inzet voor het mestbeleid na 2013. De brief richt zich vooral op het in goede banen leiden van de productie en afzet van dierlijke mest. Dit beleid doet een groter beroep op het ondernemerschap van de veehouders en de sector krijgt bij de uitvoering van dit beleid een grotere verantwoordelijkheid. Er is een wettelijke regeling voor verplichte mestverwerking en mestplaatsingsovereenkomsten in voorbereiding. Of deze succes heeft, is afhankelijk van de uitwerking ervan. Het PBL ziet als risico dat het stelsel te complex en te duur wordt. Ook is het de vraag of op tijd voldoende extra verwerkingscapaciteit en exportmogelijkheden voor drijfmest beschikbaar zijn.

Het voorgestelde mestbeleid biedt kansen, maar de milieuverbetering die het kabinet ermee wil bereiken, is volgens het PBL onzeker. Of die optreedt is afhankelijk van de precieze invulling van het vijfde actieprogramma Nitraatrichtlijn.

Gerelateerd

Over het onderwerp:

Landbouw en voedsel

Onderzoek naar de uitstoot van broeikasgassen, ammoniak en gewasbeschermingsmiddelen tot de effecten van de landbouw op natuur en waterkwaliteit.

Meer over landbouw en voedsel