Vergroening aanschafbelasting personenauto’s effectief

De aanschafbelasting voor personenauto’s (de bpm) is sinds 2006 steeds sterker afhankelijk van de CO2-uitstoot van de auto. Hiermee probeert de overheid de verkoop van zuinige auto’s met lage CO2-uitstoot te bevorderen. Uit een evaluatie van het PBL blijkt dat deze vergroening van de bpm effectief is: het heeft geleid tot de verkoop van meer kleine en zuinige auto’s en de grote, onzuinige modellen worden steeds minder populair.

De vergroening van de bpm heeft ertoe geleid dat de nieuw verkochte privéauto’s tussen 2010 en 2012 gemiddeld 4 à 5 procent zuiniger waren dan zonder dit beleid het geval was geweest. Deze afname is gebaseerd op de door de fabrikanten opgegeven testwaarden. De CO2-uitstoot van het wagenpark daalde met circa 2 procent door de vergroening van de bpm. De vergroening leidde tot een daling van de aanschafbelasting en daarmee tot lagere verkoopprijzen voor nieuwe auto’s. Dit zorgde voor een iets groter wagenpark. De nieuwe auto’s die de afgelopen jaren zijn verkocht, blijken in de praktijk bovendien minder zuinig te zijn dan de door de fabrikanten opgegeven testwaarden, waarop het belastingbeleid is gebaseerd. De CO2-uitstoot daalde hierdoor minder snel dan op basis van de testwaarden mocht worden verwacht.

Auteurs

Gerben Geilenkirchen, Gusta Renes, Jordy van Meerkerk

Kenmerken

Publicatietitel
Vergroening aanschafbelasting personenauto’s effectief
Publicatiedatum
23 april 2014
Publicatie type
Publicatie
Productnummer
970