Zie ik dat nou goed?

Blog

Data, data en nog eens data. Met lange en ingewikkelde getallenreeksen kunnen de meeste mensen niet uit de voeten. Een patroon is er nauwelijks in te ontdekken. Totdat je gaat visualiseren. Een kaart, grafiek of infographic geeft ineens inzicht. Onlangs publiceerde het PBL het jubileumboek ‘Kennis verbeeld: lessen uit 25 jaar datavisualisatie voor beleid’. In een serie blogs presenteert het PBL-visualisatieteam de komende weken een aantal van de geleerde lessen. In deze laatste in een serie van vijf blogs gaat Raymond de Niet in op kleurgebruik en hoe mensen kleuren verschillend zien.

Een cartoon met een vrouw die een spandoek omhoog houdt met de tekst: “iedereen ziet een gekleurde boodschap”.

Over kleurenzien en kleurenblind


Bij het PBL proberen we onze figuren leesbaar te maken voor een zo breed mogelijk publiek. Dat betekent dus ook rekening houden met mensen met een visuele beperking. Het wel of niet zien van bepaalde kleuren is daar een voorbeeld van. Veel mensen kennen wellicht de test met de cirkel met gekleurde bolletjes (Ishiharatest). Afhankelijk van welke kleuren mensen wel of niet kunnen zien, zien ze in de cirkel een ander getal. Er zijn verschillende soorten van kleurenblindheid, maar problemen met groen-rood zoals in dit voorbeeld komen het meest voor.

: Twee keer de cirkel met gekleurde bolletjes uit de Ishihara-test. De eerste is het origineel, bij de tweede zijn de kleuren aangepast zodat een kleurenziende kan zien wat een kleurenblinde ziet.

Is het belangrijk om hier rekening mee te houden? Eén op de twaalf mannen is rood-groen kleurenblind. Dat betekent dat in een publiek van 100 mensen, waarvan de helft mannen, ongeveer vier personen de boodschap van een kaart met de kleuren rood en groen niet of slechts gedeeltelijk meekrijgen. En let op: violet wordt soms ook als grijs gezien. Ga dus bewust om met grijstinten.

Twee versies van een kaart met de kleuren rood en groen. De eerste is het origineel, bij de tweede zijn de kleuren aangepast zodat een kleurenziende kan zien wat een kleurenblinde ziet. In het origineel ligt de intensiteit van rood en groen zó dicht bij elkaar dat kleurenblinden het verschil amper zien. Daaronder nog twee versies van die kaart met de kleuren violet en mosgroen. De eerste is het origineel, bij de tweede zijn de kleuren aangepast zodat een kleurenziende kan zien wat een kleurenblinde ziet. Vi

Kleur voor iedereen: tips uit de PBL praktijk


Tip 1: Rood-groen reeksen in kaarten proberen we zoveel mogelijk te vermijden. Van violet naar mosgroen is een prima alternatief. En violet-geel-mosgroen ook.

Gestapelde balken met een kleurverloop in de reeks violet-donkergeel-mosgroen.

Tip 2: In lijngrafieken kun je het gebruik van rode en groene lijnen het best zoveel mogelijk vermijden. De eerste vijf kleuren die het PBL standaard gebruikt in lijngrafieken zijn goed te onderscheiden. Op volgorde van voorkeur: Hemelblauw, mosgroen, violet, donkergeel en paars. Rood is pas de negende kleur in het PBL-kleurenschema.

16 lijnen in de kleuren van de Rijkshuisstijl in de volgorde zoals PBL die gebruikt in haar lijngrafieken.

Tip 3: In een kleurenreeks kun je naast kleur ook vorm gebruiken: rond, vierkant, zeshoek, vierkant met afgeronde hoeken. De stoplichtentabel uit onze Balans van de Leefomgeving is hier een mooi voorbeeld van.

Alt-tekst: Kleurenreeks met iconen die behalve in kleur ook per kleur een andere vorm hebben.

Tip 4: Maak de volgorde in de legenda gelijk aan de volgorde in de figuur. Bij lijngrafieken in volgorde van de eindpunten van lijnen, in een staafgrafiek van de blokken in een staaf. Dat is even een weetje, maar de lezer heeft het snel door.

Voorbeeld van een staafgrafiek met gestapelde vlakken in de volgorde van de legenda.