Evaluatie regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens

Publicatie

Binnen de huidige normen voor regionale en kleine luchthavens kunnen de totale overlast door het vliegtuiggeluid en de kans op een vliegtuigongeluk met meerdere dodelijke slachtoffers op de grond aanzienlijk toenemen. In deze situatie kan verbetering optreden als provincies in 2007 de bevoegdheid krijgen om milieueisen te stellen. Provincies moeten dan wel veel maatregelen treffen die gericht zijn op een betere onderlinge afstemming tussen het vliegverkeer en de ruimtelijke ontwikkelingen.

Meer geluidhinder

Zonder aanvullende maatregelen zal in 2030 het totale aantal mensen met geluidhinder door het vliegverkeer van de regionale luchtvaartterreinen (Eelde, Lelystad, Maastricht en Rotterdam) met 60 tot 70% toenemen. Deze stijging treedt op bij een volledig gebruik van de huidige milieuruimte en wordt veroorzaakt door de bouw van ruim 12.000 woningen rondom de regionale luchthavens. Bij verruiming van de milieuruimte met een factor twee kan door de aanleg van deze woningen en door een toename in het vliegtuiggeluid, de geluidoverlast met een factor 2 tot 3 toenemen. Bij halvering van de milieuruimte is een afname van ongeveer 10% mogelijk.

Kans op een groot vliegtuigongeluk stijgt

Bij regionale luchthavens is zowel het aantal woningen binnen risicocontouren als de kans op een ramp (groepsrisico) groot in vergelijking met Schiphol. Bij een volledig gebruik van de huidige milieuruimte neemt in de periode tot 2030 het aantal woningen met circa 40% toe op locaties die kunnen bijdragen aan het totale groepsrisico van het vliegverkeer. Voor de toename van het groepsrisico is de aanleg van kantoren en zorg- en onderwijsinstellingen echter maatgevender.

Provincies kunnen toename milieuoverlast beperken

Voor het beheersen van de geluidoverlast en de risico’s zouden vliegverkeer en ruimtelijke ontwikkelingen beter op elkaar moeten worden afgestemd. Na invoering van het wetsvoorstel kunnen de provincies deze afstemming verbeteren, mits ze bereid zijn veel aanvullende maatregelen te nemen. Een beleid, in overeenstemming met dat voor andere geluidbronnen, vraagt om een expliciete afweging bij nieuwbouw binnen het gebied van de 49 dB(A) Lden contour. Situaties met een relatief hoog groepsrisico kunnen worden voorkomen als de bouw van kantoren en instellingen rondom luchthavens wordt beperkt. Globaal kan daarvoor het gebied binnen de contour van het plaatsgebonden risico van eens in de tien miljoen jaar (PR>1.10-7) worden aangehouden. Beide gebieden (49 dB(A) Lden contour en PR>1.10-7) zijn aanzienlijk groter dan de gebieden die in de voorgestelde regeling zijn opgenomen (20 Ke respectievelijk PR>10-6).

Rijksoverheid kan effectiviteit van provinciaal beleid vergroten

Voor een effectieve uitvoering van deze maatregelen is het van belang dat de door het vliegverkeer veroorzaakte geluidbelasting en veiligheidsrisico’s ook daadwerkelijk daar plaatsvinden waar de aan te wijzen gebieden met beperkingen voor ruimtelijke ontwikkelingen liggen. De regels voor het vliegverkeer die daarvoor in het wetsvoorstel zijn opgenomen garanderen dit in onvoldoende mate. De effectiviteit van het provinciale beleid kan dan ook nog worden vergroot als bij de afwikkeling van het vliegverkeer in de lucht, meer rekening wordt gehouden met de ligging van de bebouwing. De rijksoverheid speelt daar een belangrijke rol omdat die verantwoordelijk blijft voor de vaststelling en het gebruik van de vliegroutes.

Auteurs

Dassen AGM

Kenmerken

Publicatietitel
Evaluatie regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens
Publicatiedatum
11 oktober 2005
Publicatie type
Publicatie
Publicatietaal
Nederlands
Productnummer
91593