Vlees: is het goed, fout of zwak?

Publicatie

Opeens staat vlees in het midden van de belangstelling: de Tweede Kamer behandelt het burgerinitiatief 'Stop Fout Vlees', Elsevier wijdt er een omslagartikel aan en de documentaire 'Meat the truth' gaat in première. Is het terecht dat vlees opeens met stip bovenaan de lijst met milieuvervuilers geplaatst wordt? Bas Eickhout, Henk Westhoek en Aldert Hanemaaijer van het Milieu- en Natuurplanbureau zetten de feiten over vlees op een rijtje.

Meer mensen eten steeds meer vlees

De afgelopen dertig jaar is de consumptie van vlees wereldwijd met 40% toegenomen. Die trend blijft de komende dertig jaar doorzetten, door de bevolkingsgroei naar 9 miljard inwoners en door de stijgende welvaart, met name in Azië en Latijns-Amerika. Jaarlijks kopen we in Nederland ongeveer 42 kilo varkensvlees, 22 kilo kip en 18 kilo rundvlees. Om de productie van vlees mogelijk te maken worden grote hoeveelheden veevoer (onder andere soja) van elders aangevoerd. Zo is in Brazilië het areaal land voor soja voor de mondiale vleesconsumptie tussen 1970 en 2005 vertienvoudigd.

Bijdrage aan de klimaatverandering

Wereldwijd is de veeteelt direct verantwoordelijk voor ongeveer 10% van de totale broeikasgasemissies. De helft daarvan komt van herkauwers. Zij produceren naast lachgas dat uit dierlijke mest ontstaat, ook nog methaan, een ander broeikasgas. Daarnaast worden bossen gekapt om ruimte te scheppen voor veeteelt. Ook dat leidt tot CO2-emissies. In de berekeningen van het Verenigde Naties-rapport dat in ‘Meat the truth’ wordt aangehaald, wordt bijna de volledige ontbossing toegeschreven aan de veeteelt. Daarnaast wordt het energiegebruik van de gehele vleesverwerkende keten toegerekend aan de veeteelt. Daarmee komt de VN tot een bijdrage aan uitstoot van broeikasgassen van bijna 20%. Dat getal is groter dan de 15% directe emissies uit transport, maar die vergelijking is niet eerlijk, omdat voor de transportsector dan ook de hele keten moet worden berekend.

Verlies van bijzondere soorten

Er is een directe relatie tussen het eten van vlees, de landbouwgrond die daarvoor nodig is en het verlies van plant- en diersoorten. Van het totale akkerland wordt een derde gebruikt voor veevoerproductie. Daarnaast is er nog wereldwijd 3,5 miljard hectare grasland dat vaak minder intensief wordt benut door grazers. Samen wordt dus 80% van het landbouwgebied gebruikt voor dieren en veevoer. De verwachte wereldwijde groei in vleesconsumptie is dan ook een zeer belangrijke factor achter de afname van mondiale biodiversiteit.

Niet elke vleessoort is even vervuilend

Voor één kilocalorie rundvlees is wereldwijd gemiddeld 80 maal zoveel land nodig als voor één kilocalorie graan. In rundvlees zitten wel veel meer eiwitten, maar zelfs op basis van de eiwitverhouding is er voor rundvlees 10 maal meer areaal nodig dan voor eiwit-bevattende groenten als peulvruchten. Overigens gebruiken de Nederlandse koeien in verhouding veel minder weiland, door de intensieve veeteelt. Bij nietgrazende dieren als kippen is de verhouding een stuk lager: voor één kilocalorie kip is ongeveer 2,5 maal zoveel land nodig als voor één kilocalorie graan. In dat opzicht is het eten van wit vlees dus minder vervuilend dan rood vlees.

Meer problemen, weinig baanbrekende oplossingen

Naast het verlies aan biodiversiteit door het grondgebruik, leidt ook de uitstoot van stikstof en fosfaat uit dierlijke mest tot aantasting van biodiversiteit. Een discussie over minder vlees eten is dus zeker te beargumenteren vanuit milieu-oogpunt. En dan hebben we het nog niet eens gehad over dierenwelzijn, een ander belangrijk onderwerp in de intensieve veehouderij. Maatregelen ter verbetering van het dierenwelzijn, zoals meer ruimte per dier en langzamer groeiende vleeskuikens, leiden onvermijdelijk tot een hoger veevoerverbruik en kosten dus meer ruimte. De efficiëntie van de akkerbouw en de veehouderij kunnen nog wel aanmerkelijk worden verbeterd, maar hier zijn grenzen (en nadelen) aan.

Het vlees is zwak

Uit de Tweede Duurzaamheidsverkenning die het MNP onlangs uitbracht blijkt dat we echter uit onszelf niet minder vlees gaan eten. Waar klimaatmaatregelen op enige steun kunnen rekenen, liggen vleesconsumptiemaatregelen zeer gevoelig. We bepleiten dan ook niet een volledig vegetarisch menu. Maar wie de gevolgen van klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit ter harte wil nemen, zou zijn dieet kunnen veranderen en wat vaker kip of vleesvervangers kunnen eten

Kenmerken

Publicatietitel
Vlees: is het goed, fout of zwak?
Publicatiedatum
21 december 2007
Publicatie type
Publicatie
Productnummer
92197