Waar de landbouw verdwijnt

Publicatie

De aanblik van het Nederlandse platteland zal de komende decennia flink veranderen. Op steeds meer plaatsen verdwijnt de landbouw als dominante functie en daarmee als bepaler van het landschap, terwijl nieuwe grondeigenaren het landschap een ander gezicht geven. De mate van verandering hangt wel sterk samen met de aard van het landschap. Zo zal de landbouw dominant blijven in het zeekleilandschap maar in het veenlandschap op termijn mogelijk volledig verdwijnen.

Verdwijnende landbouw verandert aanblik Nederlandse landschap

In de studie is onderzocht wat de gevolgen zijn van de veranderingen binnen de landbouw voor het landschapsbeeld en het platteland. Dit is gebeurd aan de hand van vier scenario's die een bandbreedte geven voor de ontwikkelingen tot 2040. Uit die bandbreedte is een aantal algemene trends af te leiden.

Veranderingen sterk afhankelijk van landschapstype

De landbouw zal niet uit Nederland verdwijnen maar op een aantal plaatsen in Nederland wel minder dominant worden voor het landschapsbeeld. Dit hangt mede samen met de aard van het landschap. Hét Nederlandse landschap bestaat immers niet. Er zijn verschillende landschapstypen te onderscheiden. In sommige landschappen zullen de verschuivingen aanzienlijk zijn, in andere gebieden zal het landschap nauwelijks veranderen.

In het zeekleilandschap blijft de landbouw bijvoorbeeld dominant, terwijl het landbouwareaal in het stuwwallenlandschap, het lösslandschap en het duinlandschap nagenoeg geheel zal verdwijnen. In het veenlandschap is het denkbaar dat de landbouw verder extensiveert en wellicht zelfs volledig verdwijnt. Verruiging en natuur lijken een waarschijnlijke toekomst voor veel van de veenweidepolders. In het zandlandschap zal de behoefte aan wonen, recreatie en natuur sterk toenemen, gaan veel boeren hun bedrijf met andere activiteiten (recreatie, zorg) combineren en dreigt verrommeling van het landschap. De verschuivingen zullen grotendeels een gevolg zijn van de beslissingen van individuele grondeigenaren en gebruikers.

Nieuw grondgebruik zet kwaliteit van het landschap niet onder druk

De op het platteland te verwachten veranderingen zijn dus aanzienlijk. Daarmee staat de kwaliteit van het landschap echter niet meteen onder druk. Nieuwe grondbezitters en nieuw grondgebruik zullen wel tot veranderingen leiden. Particulieren en marktpartijen zoals boeren, beleggers, industriëlen en projectontwikkelaars gaan een grotere rol spelen op de grondmarkt in het landelijke gebied. Het grondgebruik zal daardoor gevarieerder worden, waardoor de inrichting van het landschap meer van onderop tot stand zal komen en ruimte biedt aan een gevarieerder palet van ondernemingen: van schaalvergrotende boer tot hobbyboer, van campinghouder tot transportondernemer. Zo kunnen nieuwe vormen van grondgebruik - bijvoorbeeld boerenhoeves en andere nieuwe vormen van wonen, landschapsparken met een recreatieve functie, groene rivieren en andere vormen van waterberging - juist kwaliteit aan het landschap toevoegen.

Nieuwe uitgangspunten voor beleid

Om recht te doen aan de veranderingen in het grondgebruik zou het beleid minder vanuit het landbouwgebruik moeten redeneren. Zo zou verouderde regelgeving gericht op zuiver agrarisch gebruik van grond en gebouwen aangepast moeten worden. Bijvoorbeeld de regelgeving met betrekking tot de stankoverlast of de regelgeving die bepaalt dat (neven)activiteiten alleen mogen worden uitgevoerd als ze gekoppeld zijn aan een agrarische bedrijfsvoering. Dit soort regelgeving belemmert initiatieven van nieuwe, niet-agrarische, ondernemers in het landelijk gebied.

De rapporten worden uitgegeven bij NAi Uitgevers te Rotterdam en zijn te bestellen via de boekhandel, telefonisch bij NAi Uitgevers (010 4401203) en via de website van het NAi.

Auteurs

Leo Pols, Femke Daalhuizen, Arno Segeren &amp, Cees van der Veeken

Kenmerken

Publicatietitel
Waar de landbouw verdwijnt
Publicatiedatum
13 december 2005
Publicatie type
Publicatie
Publicatietaal
Nederlands
Productnummer
91634