Nederland Later. Tweede Duurzaamheidsverkenning, deel Fysieke leefomgeving Nederland

Publicatie

In Nederland is op een klein oppervlak ruimte nodig voor wonen, werken en mobiliteit, terwijl tegelijkertijd de kwaliteit van de leefomgeving en de groene ruimte behouden moet blijven. Om de beschikbare ruimte zo effectief mogelijk te benutten, kunnen alle functies en kwaliteiten inclusief de extra wateropgave ten gevolge van klimaatverandering, het beste gelijktijdig en in samenhang worden bezien. Deze studie laat zien hoe optimalisatie van ruimtelijke toedeling van functies een zo duurzaam mogelijk Nederland op kaart kan zetten.

Achtergrondrapporten

Nederland Later verfilmd

Dit rapport is ook verfilmd. Acteur Mimoun Ouassia fietst in de film door het Nederlands landschap en vraagt zich af of de plannen voor ruimtelijke ordening wel voldoende op elkaar worden afgestemd. De bedoeling is dat deze film onder meer op symposia aan beleidmakers wordt getoond.

Samenhang in kaart

Duurzaamheid betekent dat Nederland mooi, veilig en vitaal blijft voor toekomstige generaties. Daarbij is het van belang op rijksniveau meer samenhang te brengen in de uitvoering van het al bestaande beleid voor bundelen van wonen en werken, stedelijke herstructurering, bescherming van Nationale Landschappen, bescherming van internationale natuur en aanpassing van het watersysteem (klimaatverandering). De nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) biedt hiervoor concrete mogelijkheden. Alleen wanneer de ruimtevraag vanuit deze genoemde beleidsterreinen in samenhang (letterlijk) op de kaart wordt gezet, zijn doelstellingen op deze beleidsterreinen gelijktijdig haalbaar.

Belangrijke thema's

Politieke en bestuurlijke besluitvorming over de verschillende maatschappelijke thema’s vindt in het huidige bestel overwegend plaats vanuit een sectorale, dus partiële invalshoek. Dit werkt deeloplossingen en fragmentatie in de hand. Om de huidige ruimtevraag te accommoderen en tegelijkertijd een hoogwaardig Nederland aan toekomstige generaties na te laten is meer samenhang en langetermijngerichtheid nodig. Als het gaat om de duurzaamheid van fysiek Nederland zijn de volgende thema’s aan de orde:

  1. klimaatverandering: overstromingsrisico’s, wateroverlast, watertekort en verzilting;
  2. biodiversiteit (soortenrijkdom natuur): samenhang en kwaliteit van ecologische hoofdstructuur- en Natura 2000-gebieden;
  3. verkeer en vervoer: bereikbaarheid van de grote steden, congestie op de wegen, ongelijke verdeling van milieulasten over verschillende bevolkingsgroepen;
  4. aantrekkelijke woonmilieus: kwantitatief en kwalitatief woningtekort (vooral locatie van de woningen: aanwezigheid van groen in steden en landelijk wonen) en betaalbaarheid;
  5. internationaal vestigingsklimaat: beschikbaarheid van goed bereikbare bedrijventerreinen, aanwezigheid van hoogwaardige kantoorlocaties, internationale knooppunten (met name Schiphol) en aantrekkelijke woonomgeving;
  6. verrommeling van het landschap.

Conclusies

In deze studie is gezocht naar de zo gunstig mogelijke combinatie van de doelstellingen vanuit de thema’s (beleidsterreinen), uiteindelijk resulterend in een kaartbeeld voor het Nederland van 2040. Het kaartbeeld geeft daarmee een ontwikkelingsperspectief waarbij de verschillende en talrijke beleidsdoelstellingen in de ruimte zijn geïntegreerd. Uit dit kaartbeeld en de onderliggende analyse van mee- en tegenkoppelingen zijn de volgende (hoofd-) conclusies getrokken:

  • Om de functies wonen, werken, mobiliteit en groene ruimte in de fysieke leefomgeving in te passen en tegelijkertijd de kwaliteit van die leefomgeving voor zowel de huidige als de toekomstige generaties te behouden, is het nodig die functies en kwaliteiten meer in samenhang te bezien. Alleen dan zijn de doelstellingen op de verschillende beleidsterreinen gelijktijdig haalbaar en kan gesproken worden van een meer duurzame inrichting.
  • Vergroting van de samenhang tussen verstedelijking en infrastructuur en de vergroting van de samenhang tussen veiligheid tegen hoogwater en natuur- en land schapsontwikkeling bieden de meeste meerwaarde. Ook doen zich belangrijke meekoppelingen voor tussen landbouw en natuur- en landschapskwaliteit en zelfs tussen veiligheid tegen hoogwater en vestigingsklimaat.
  • De bestaande beleidsintenties bieden voldoende mogelijkheden om een duurzame inrichting van Nederland dichterbij te brengen. Dit vraagt echter wel om een krachtdadige uitvoering van deze beleidsintenties op de lagere bestuurlijke schaalniveaus en om een goede afstemming met Europees beleid. Planologische duidelijkheid en handhaving van gegeven bestemmingen zijn een belangrijke voorwaarde voor een duurzame fysieke leefomgeving. In structuurvisies op basis van de nieuwe Wro kunnen voor zaken die van rijksbelang zijn (“decentraal wat kan, centraal wat moet”) worden geregeld, en voorzien worden van een afrekenbare uitvoeringsagenda. Uit duurzaamheidsoogpunt zouden baten die in de verdere toekomst liggen in de politieke besluitvorming zwaarder moeten meewegen.Bundeling en intensivering van verstedelijking levert aanzienlijke bereikbaarheidswinst op. Bij gematigde ontwikkeling van mobiliteit en congestie is deze winst groter, dan de winst die bereikt wordt door de voorgestelde investeringen in het wegennet zoals die voorgesteld worden in de Nota Mobiliteit. Investeringen in infrastructuur worden efficiënter wanneer deze investeringen plaatsvinden in de volgorde: ruimtelijk beleid (bundelen en verdichten) – beprijzen – uitbreiding infrastructuur.
  • In het kaartbeeld tekent zich een ruimtelijke opschaling van de Randstad af. Het nieuwe stedelijke gebied loopt dan als een grotere Randstadring vanuit de kustzone, naar Rotterdam, de Brabantse stedenrij, Nijmegen, Arnhem en via Amersfoort naar Almere, Amsterdam.
  • Op termijn is een compacte wijze van ruimtegebruik goedkoper dan het blijven bouwen op nieuwbouwlocaties, omdat de beheer- en onderhoudkosten (infrastructuur, rioleringen, etcetera) minder toenemen. De hogere beheerkosten bij niet-compact bouwen worden afgewenteld op de overheid en toekomstige generaties.
  • In kaartbeeld verschuift de glastuinbouw in West-Nederland deels naar de flanken van de Randstad. Om de hoge ruimtedruk in West-Nederland te verlichten, zijn glastuinbouwlocaties elders in Nederland te overwegen.
  • Voor natuur zijn er veel mogelijkheden voor meekoppeling in het rivierengebied (reservering verbreding IJssel, bypass Kampen, bypass Dordrecht), in het IJsselmeergebied en in de oostelijke helft van het Groene Hart; inundatie diepe droogmakerijen, beperken doorspoelbeheer (doorspoelen met zoet water van elders om zout kwelwater af te voeren), ontwikkeling veenmoerassen. Daarnaast is meer accent nodig op (internationaal belangrijke) natte natuur en mogelijk betekent dit een herbegrenzing van de ecologische hoofdstructuur.
  • Planologische duidelijkheid en daarmee beheersing van de agrarische grondprijzen, is een noodzakelijke voorwaarde voor behoud en ontwikkeling van de grondgebonden landbouw als beheerder van het cultuurlandschap (Nationale Landschappen) en van een schone buffer in de beïnvloedingsgebieden rondom Natura 2000-gebieden. Binnen deze gebieden is financiële compensatie nodig voor agrarisch landschapsbeheer respectievelijk agrarisch milieubeheer. Het Europese landbouwsubsidiebeleid, het beleid voor de Nationale Landschappen en het beleid voor de Natura 2000-gebieden bieden hiervoor in onderlinge samenhang de mogelijkheden. De herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van de EU in 2013 is hiervoor een essentiële, maar onzekere factor. Naast Europese zal tevens Nederlandse medefinanciering nodig zijn.

Meer informatie

Auteurs

Kuijpers M (eds)

Kenmerken

Publicatietitel
Nederland Later. Tweede Duurzaamheidsverkenning, deel Fysieke leefomgeving Nederland
Publicatiedatum
28 juni 2007
Publicatie type
Publicatie
Publicatietaal
Nederlands
Productnummer
92028