Overbenutting van de plaatsingsruimte van dierlijke mest in het zuidelijk veehouderijgebied

Op 30 maart 2017 publiceerde het PBL het Syntheserapport van de Evaluatie Meststoffenwet. Daarin werd de notitie over overbenutting van de plaatsingsruimte van dierlijke mest in het zuidelijk veehouderijgebied aangekondigd. In deze achtergrondnotitie beschrijft het PBL de manier waarop het CBS de overbenutting berekent en welke uitgangspunten daarvoor zijn gehanteerd. Vervolgens analyseert het PBL tot welke correcties een nadere precisering van deze uitgangspunten leidt en welke onzekerheden er zitten in de berekening van het CBS. Conform de wetenschappelijke traditie proberen we de hypothese te falsificeren dat de berekende overbenutting een gevolg van mestfraude is.

De voorliggende analyse vormt de onderbouwing van de uitspraak in de samenvatting van het Syntheserapport Evaluatie Meststoffenwet dat een deel van de huidige overschrijding van het nitraatdoel in het Zuidelijk Zandgebied mogelijk een gevolg is van mestfraude.

Daarmee levert de notitie de nadere onderbouwing van hoofdstuk 7.3 (Doeltreffendheid) van het Syntheserapport Evaluatie Meststoffenwet 2016 (PBL 2017) en van paragraaf 7.3.6 van de Achtergronden bij het Syntheserapport 'Oorzaken en milieugevolgen overbenutting van wettelijke plaatsingsruimte dierlijke mest'.

Auteurs

Sietske van der Sluis

Kenmerken

Publicatietitel
Overbenutting van de plaatsingsruimte van dierlijke mest in het zuidelijk veehouderijgebied
Publicatiedatum
6 juni 2017
Publicatie type
Publicatie
Productnummer
2776