PBL-notitie Duurzaamheid van biomassa in de 'bio-based economy'

Door het beperkte aanbod van ecologisch duurzame biomassa zal in de Europese Unie de overgang van een op fossiele brandstoffen gebaseerde naar een op biomassa gebaseerde economie (‘bio-based economy’) waarschijnlijk beperkt blijven. Dat is de belangrijkste bevinding van een quick-scan analyse van het Planbureau voor de Leefomgeving en CE Delft van de vraag naar biomassa in een 'bio-based economy' van de Europese Unie in vergelijking met de aanvoer van duurzame biomassa.

Door het beperkte aanbod van ecologisch duurzame biomassa zal in de Europese Unie (EU) de overgang van een op fossiele brandstoffen gebaseerde naar een op biomassa gebaseerde economie (‘bio-based economy’) waarschijnlijk beperkt blijven. De aanvoer van duurzame biomassa in de EU kan in 2030 voorzien in ongeveer 10 procent van het eindverbruik van energie en grondstoffen. Met optimistische aannamen zou dit mogelijk tot 20 procent van het eindverbruik kunnen dekken. EU-lidstaten streven nu al naar een aandeel van biomassa van ongeveer 10 procent in 2020. Daarom is het vanuit een perspectief van duurzaamheid noodzakelijk om te garanderen dat de productie van biomassa ecologisch duurzaam is.

Duurzaamheid van biomassaproductie

Bij de beoordeling van de duurzaamheid van biomassaproductie is landgebruik het belangrijkste criterium, en dan met name de indirecte effecten van landgebruik op de uitstoot van broeikasgassen en op de biodiversiteit. Het gebruik van afval en residuen uit de land- en bosbouw, dat niet leidt tot extra landgebruik, zou dus een duurzame optie te zijn. Technisch gezien is het mogelijk om deze soorten biomassa in een 'bio-based economy' voor de meeste toepassingen te gebruiken, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat zij in 2030 meer dan drie à vier procent zullen bijdragen aan het verbruik van energie en grondstoffen in Europa.

Prioriteiten

Er zijn drie prioriteiten voor de overgang naar een ecologisch duurzame 'bio-based economy' die gericht is op vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen:

  • de ontwikkeling van nieuwe technologieën, procedures en infrastructuur om meer biomassa te verzamelen of produceren zonder – direct of indirect – gebruik te maken van waardevol natuurlijk land;
  • de ontwikkeling van technologieën om koolwaterstoffen te produceren uit soorten biomassa die potentieel de hoogste duurzame opbrengst hebben en het stimuleren van de toepassing van deze koolwaterstoffen in economische sectoren waarvoor geen of zeer weinig niet-fossiele alternatieven bestaan;
  • de ontwikkeling van een systeem van criteria, certificeringregelingen en handhaving voor alle soorten biomassa dat tot doel heeft de impact te verminderen van directe en indirecte landgebruik op de uitstoot van broeikasgassen en de biodiversiteit, en een uitbreiding van het huidige EU-systeem dat beperkt is tot de directe effecten van biobrandstoffen voor transport.

Dit zijn de belangrijkste bevindingen van een quick-scan analyse van het Planbureau voor de Leefomgeving en CE Delft over de duurzaamheid van een 'bio-based economy'.

Meer informatie

Auteurs

Jan Ros, Jos Olivier, Jos Notenboom, Harry Croezen en Geert Bergsma

Kenmerken

Publicatietitel
PBL-notitie Duurzaamheid van biomassa in de 'bio-based economy'
Publicatiedatum
9 februari 2012
Publicatie type
Publicatie
Publicatietaal
Engels
Productnummer
628