Ons thuiswerkrapport in het licht van de huidige filedruk

Blog

De afgelopen dagen lijkt de drukte op de weg de pre-coronaniveaus weer te hebben bereikt en staan de kranten weer vol over de filedruk. Die berichten komen enkele weken na de publicatie van ons rapport waarin we schreven dat thuiswerken kansen biedt om de mobiliteit, met name in de spits, te beperken. Dat zou een bijdrage kunnen leveren aan het terugdringen van de congestie. Hoe zijn die twee dingen met elkaar te rijmen? Drie punten.

  1. Filecijfers zijn een soort van dagkoersen, die fluctueren met de seizoenen, de economie, het weer, ongevallen en dergelijke. Ze kennen typisch ook een piek in de herfst, als de dagen weer korter worden en het weer slechter. Vorige week kwamen meerdere van die factoren samen. Zo hadden we de eerste echte slechte weerdagen sinds lange tijd, met veel regen. Bovendien was de A12 gedeeltelijk afgesloten, een vrij cruciale verbinding in het hoofdnetwerk, met veel omrijverkeer en dus bovennormale drukte op andere plekken. Ook kantelde er een vrachtwagen op de A2 die in de ochtendspits de hele weg blokkeerde.
  2. De conclusies in ons rapport gaan over de wat langere termijn, na corona. Momenteel zitten we nog in de coronaperiode, met bijbehorende maatregelen zoals het advies om afstand te houden (niet meer verplicht, wel nog verstandig) en een mondkapjesplicht in het OV. Dat heeft invloed op de mobiliteitskeuzes die mensen maken, zoals toch maar kiezen voor de auto in plaats van het OV.
  3. Nu velen na 1,5 jaar thuiswerken eindelijk weer naar kantoor mogen, is het niet gek dat daar gebruik van wordt gemaakt. En als iedereen weer als vanouds naar kantoor gaat, is er ook geen effect op de files. Om de kansen van thuiswerken te benutten en daarmee verkeersdrukte te verminderen, is een cultuurverandering nodig. Dat was een van de belangrijkste conclusies van ons rapport. Die cultuurverandering is er niet van vandaag op morgen, dat heeft tijd nodig. Het vinden van een nieuwe balans, waarin thuiswerken een volwaardige status heeft en goed gecombineerd kan worden met op locatie werken, vergt inzet van werknemers, werkgevers en de overheid.

Dan nog een meer principieel punt over thuiswerken en mobiliteit. Dat de kansen om thuiswerken te benutten om de drukte te verminderen zich nog niet meteen materialiseren, neemt niet weg dat het thuiswerken zich heeft bewezen als potentieel instrument in mobiliteitsbeleid. Zelfs als de files op de korte termijn wel weer terugkeren naar het oude niveau, kan de vraag worden gesteld hoe we willen omgaan met congestie. In Kansrijk Mobiliteitsbeleid hebben we laten zien dat er meerdere instrumenten zijn die je daarvoor kunt inzetten. Naast weguitbreiding kan ook gekeken worden naar prijsbeleid, de reiskostenvergoedingen en nu dus ook naar het stimuleren van thuiswerken.

Kortom: stimuleren van thuiswerken biedt een nieuw instrument in het omgaan met verkeersdrukte, dat serieus aandacht verdient naast andere benaderingen zoals weguitbreiding. Dat lukt echter alleen als de daarvoor benodigde cultuurverandering rond thuiswerken wordt ondersteund. Dat heeft haast: als we daar te lang mee wachten, is iedereen weer zo gewend aan ‘het oude werken’ en verliezen we het momentum.