PBL-raming 2030: doelen luchtverontreiniging op schema, kabinetsdoel ammoniak nog buiten bereik

De uitstoot van luchtverontreinigende stoffen is de afgelopen decennia flink gedaald en de daling zet de komende jaren waarschijnlijk door. Daarmee zijn de Europese emissiedoelen voor de luchtverontreinigende stoffen in 2030 binnen bereik. Maar om het stikstofdoel van het kabinet (74 % van het stikstofgevoelige Natura2000-areaal onder kritische depositiewaarde in 2030) te halen zijn wél forse extra inspanningen nodig om de ammoniakemissie voldoende te reduceren. Dit concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in Geraamde Ontwikkelingen in Nationale Emissies van Luchtverontreinigende Stoffen.

Nederland goed op schema voor Europese emissiedoelen luchtverontreiniging

Luchtvervuilende stoffen zijn schadelijk voor de menselijke gezondheid en de natuur. Tweejaarlijks brengt het PBL de verwachte emissies in kaart van stikstofoxiden, ammoniak, fijnstof, zwaveldioxide en niet-methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS). Daartoe verplicht de Europese NEC-richtlijn, die een gestage daling van luchtvervuilende stoffen voorschrijft. De Europese doelen vergen geen ingrijpende veranderingen en zullen grotendeels worden gehaald dankzij Europese emissie-eisen aan nieuwe voertuigen en industriële installaties. Bovendien zorgen minder gebruik van fossiele brandstoffen door klimaatbeleid en lagere verkoopcijfers van dieselauto’s voor een forse ‘meewind’ in de reductie van stikstofoxiden (NOx). Alleen de Europese doelen voor ammoniak en stikstofoxiden worden met vastgesteld en voorgenomen beleid niet met zekerheid gehaald. Inclusief becijferbaar geagendeerd beleid worden in de raming ook die doelen gehaald.

Stikstofdoel kabinet nog niet binnen bereik door ammoniakemissie

Stikstof staat hoog op de politieke agenda. Te veel neerslag van ammoniak (vooral landbouw) en stikstofoxiden (vooral mobiliteit) zorgt voor een risico op verslechtering van stikstofgevoelige natuur. Het kabinet wil dat in 2030 de stikstofneerslag in 74 procent van het stikstofgevoelige Natura2000-areaal onder de kritische depositiewaarde ligt. Om dit te bereiken heeft het kabinet in een Kamerbrief van 10 februari 2023 indicatieve restemissies in 2030 benoemd voor mobiliteit (117 kiloton NOx), industrie (28 kiloton NOx) en landbouw (63 kiloton ammoniak). Deze doelen zijn met vastgesteld en voorgenomen beleid in zicht voor mobiliteit (raming: 93 tot 129 kiloton NOx) en industrie (19 tot 32 kiloton NOx), maar voor ammoniak (raming: 88 tot 103 kiloton) blijft een grote restopgave. Inclusief kwantificeerbaar geagendeerd beleid komen de restmissies van ammoniak op 81 tot 96 kiloton, waarmee een omvangrijke ammoniakopgave resteert van 18 tot 33 kiloton in 2030. Het kabinet wil dit gat overbruggen met het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Dit NPLG is nog niet concreet genoeg om door te rekenen in de emissieramingen. De provincies moeten op 1 juli gebiedsplannen voor het NPLG presenteren.

PBL rapporteert niet over depositie maar over emissies

Om precies te beoordelen of het stikstofdoel van het kabinet gehaald wordt gaat het uiteindelijk om waar ammoniak en NOx neerdalen (depositie), niet hoeveel er uit schoorsteen of stal komt (emissie). Op basis van de PBL-ramingen van emissies van luchtverontreinigende stoffen berekent het RIVM later dit jaar de stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden met het AERIUS-model. Het PBL maakt de emissieramingen in samenwerking met TNO,  het RIVM en de WUR.

Nationale emissiedoelen schone lucht binnen bereik; NOx-emissie binnenvaart blijft achter

Nationale emissiedoelen voor luchtkwaliteit zijn binnen bereik. De emissieramingen van het PBL tonen dat de subdoelen uit het Schone Lucht Akkoord (2016) van continu dalende emissies door houtstook en industrie waarschijnlijk gehaald worden. Vooral de binnenvaart vraagt nog aandacht. Die heeft een specifiek doel van 35 % emissiereductie voor stikstofoxiden (NOx), maar blijft steken op de helft daarvan.

Zeescheepvaart belangrijkste bron stikstofoxiden

De zeescheepvaart is een grote bron voor de emissies van NOx, waar de Nederlandse overheid beperkte invloed op heeft. Zeescheepvaart telt niet mee voor de Europese emissiedoelen, maar zorgt voor ruim een derde van de totale NOx-uitstoot op Nederlands grondgebied (inclusief zee). De mobiliteitssector als geheel zorgt voor ruim twee derde van de NOx-emissie.

Grote variëteit emissiebronnen fijnstof en NMVOS

Dierlijke mest is de belangrijkste bron van ammoniak. Na een daling met 85 procent in de afgelopen twee decennia is de industrie de belangrijkste resterende bron van zwaveldioxide; vooral door de raffinaderijen en Tata Steel. Veel groter is de variëteit aan bronnen voor fijnstof (PM2,5): houtstook, mobiliteit en industrie) en NMVOS (onder meer kuilvoer, mest en productgebruik door huishoudens). Na scherpe emissiereducties in de afgelopen decennia stoot de energiesector nauwelijks nog luchtvervuilende stoffen uit.

Gerelateerd

Over het onderwerp:

Klimaat en energie

Analyseren van het effect van beleid op de broeikasgasreductie, nu en in de toekomst, en verkennen van verschillende opties waarmee de reductiedoelen gehaald kunnen worden.

Meer over klimaat en energie