Nationale Energieverkenning 2017

Hernieuwbare energieopwekking en besparing nemen toe, energieverbruik en de uitstoot van broeikasgassen dalen. Verschillende doelen voor energie en klimaat in 2020 worden echter niet gehaald. De weg naar een duurzame energievoorziening op termijn vraagt de komende tijd om heldere beleidskeuzes.

De Nationale Energieverkenning (NEV) geeft jaarlijks de actuele feitenbasis voor de politieke besluitvorming en het maatschappelijk debat in Nederland over energie en klimaat.

Sterke groei hernieuwbare energie: doel 2020 niet binnen bereik, doel 2023 wel

Het aandeel hernieuwbare energie groeit volgens de verkenning van 6 procent in 2016 naar 12,4 procent in 2020 en 16,7 procent in 2023 (respectievelijk 13,0 procent en 17,3 procent conform rekenmethode ‘werkelijke productie’). Het doel van 14 procent voor 2020 wordt daarmee niet gehaald, maar het doel van 16 procent voor 2023 wel.

Verwachte daling uitstoot broeikasgassen blijft 23 procent in 2020, maar grote onzekerheid

De verwachte reductie van de uitstoot van broeikasgassen tussen 1990 en 2020 komt net als de vorige NEV uit op 23 procent. Dit is niet genoeg om te voldoen aan het rechterlijke vonnis van 25 procent in de Urgenda-zaak. De verwachte reductie kent echter een ruime onzekerheidsmarge van 19 tot 27 procent. Deze bestaat voor een deel uit de onzekerheid over de inzet van conventionele elektriciteitscentrales.

Energiebesparing verbetert: plussen en minnen in beeld gebracht

Het energiebesparingseffect in 2020, door de maatregelen uit het Energieakkoord, komt uit op 75 petajoule. Daarmee wordt het doel van 100 petajoule zeer waarschijnlijk niet gehaald. Nieuwe maatregelen leveren naar verwachting een extra besparing op van 22 petajoule. De besparing uit sommige andere maatregelen van het Energieakkoord is echter met 15 petajoule naar beneden bijgesteld. Daardoor ligt de totale besparing per saldo 7 petajoule hoger dan in de NEV 2016.

Tabellenbijlage NEV 2017 variant ‘Vastgesteld en voorgenomen beleid, zonder nieuwe SDE+-openstellingen na 2019’

In oktober 2017 heeft ECN samen met PBL, CBS en RVO de Nationale Energieverkenning (NEV) 2017 gepubliceerd. In de NEV worden de verwachtingen beschreven voor de ontwikkeling van de Nederlandse energiehuishouding. De NEV beschrijft standaard de verwachting bij twee beleidsvarianten: een variant met alleen het vastgestelde beleid (V) en een variant met zowel vastgesteld als voorgenomen beleid (VV). De NEV-tabellenbijlage geeft cijfermatige dwarsdoorsnedes bij deze varianten. Als onderdeel van de NEV 2017 is een extra variant opgesteld (VV-SDE), waarin is aangenomen dat de SDE+ regeling na 2019 geen nieuwe openstellingsronden zal krijgen. Alle overige aannames in deze variant zijn gelijk aan die in de standaardvariant met zowel vastgesteld en voorgenomen beleid. De variant VV-SDE is summier beschreven in de NEV, op pagina’s 91 en 92. Een complete dataset voor deze variant was in de NEV echter niet gepubliceerd. Op verzoek van het ministerie van EZK heeft PBL de variant VV-SDE in enkele recente studies als referentiescenario gebruikt. Ook heeft de minister van EZK deze variant gebruikt als referentie bij het bepalen van de indicatieve opgaven per sectortafel van het klimaatakkoord. Vanwege de rol die de variant daarmee in de huidige beleidsvorming heeft, heeft PBL nu de NEV tabellenbijlage aangevuld met de data van deze variant ‘Vastgesteld en voorgenomen beleid, zonder nieuwe SDE+-openstellingen na 2019’.

Auteurs

Projectcoördinatie: Koen Schoots, Michiel Hekkenberg, Pieter Hammingh

Kenmerken

Publicatietitel
Nationale Energieverkenning 2017
Publicatiedatum
19 oktober 2017
Publicatie type
Publicatie
Publicatietaal
Nederlands
Productnummer
2625