Tekort aan technici voor de energietransitie vergt prioritering in investeringen

In dit artikel verkennen het PBL en Research Centre voor Arbeidsmarkt en Scholing (ROA) of er verschillen zijn in het type en aantal arbeidskrachten dat nodig is voor de verschillende investeringen die bijdragen aan de energietransitie. De verwachte arbeidsmarktknelpunten voor de komende jaren nopen tot efficiënt omgaan met de wél beschikbare arbeidscapaciteit om de gewenste investeringen in de energietransitie zo snel mogelijk te kunnen realiseren. Het eerst uitvoeren van de investeringen waarvoor geen arbeidskrachten uit knelpuntberoepen nodig zijn, is geen optie. Die zijn overal nodig. Wel verschilt de arbeidsintensiteit per investering, wat ruimte biedt voor prioritering op basis van hoeveel arbeidskrachten investeringen vragen.

Komende jaren efficiënt omgaan met beschikbare arbeid


Voor de investeringen in de energietransitie zoals de aanleg van zonne- en windmolenparken, isolatie van woningen, het plaatsen van energiezuinige installaties en apparatuur en het overgaan op elektrisch vervoer, zijn mensen nodig die de benodigde werkzaamheden uitvoeren. Eerder onderzoek van het PBL en ROA  laat zien deze investeringen in de komende vijf jaar kunnen worden belemmerd door een gebrek aan elektrotechnische en andere ingenieurs, technici in de bouwkunde en machinemonteurs. Gezien het verwachte tekort aan werkenden met de benodigde vaardigheden en het vooruitzicht dat (om)scholing minimaal vijf jaar duurt, kan het efficiënt zijn om de komende jaren de mix en de volgorde van de verschillende investeringen in de energietransitie af te stemmen op de hoeveelheid en het type arbeidskrachten dat de komende jaren wél beschikbaar is. Investeringen die in grote mate afhankelijk zijn van arbeidskrachten waarin een groot tekort wordt verwacht, kunnen dan worden uitgesteld zodat andere investeringen wel al op korte termijn kunnen worden gerealiseerd.

Overlap in benodigde type arbeidskrachten


De mogelijkheden om te prioriteren in investeringen op basis van de arbeidsbehoefte zijn echter beperkt omdat voor elke investering dezelfde technici of andere specialisten nodig zijn. Hoewel het per investeringscategorie verschilt vanuit welke bedrijfstakken arbeidskrachten nodig zijn, zijn er wel veelal arbeidskrachten met hetzelfde beroep nodig. Zo is voor elke investeringscategorie behoefte aan ingenieurs en software- en applicatieontwikkelaars. De overlap in arbeidsbehoefte is zelfs nog groter als we alleen de knelpuntberoepen bekijken. Voor alle investeringscategorieën is er dus niet alleen behoefte aan arbeidskrachten uit knelpuntberoepen maar ook nog uit veelal dezelfde knelpuntberoepen.

Arbeidsintensiteit verschilt wel


De totale hoeveelheid benodigde arbeidskrachten verschilt wel sterk tussen de investeringscategorieën. De benodigde arbeidsinzet is het hoogst voor investeringen in ‘energiebesparing industrie’ en het laagst voor investeringen in ‘elektrisch wegvervoer’. Dat laatste komt omdat naar verwachting een groot deel van de productie van elektrische auto’s niet in Nederland zal gebeuren. Kijken we alleen naar het aantal benodigde arbeidskrachten uit knelpuntberoepen, dan zijn de verschillen tussen de investeringscategorieën min of meer hetzelfde als voor alle arbeidskrachten.

Implicaties voor beleid


Hoewel het prioriteren van investeringen - uitgaande van de mate waarin elke investering last ondervindt van arbeidstekorten - in principe zinvol kan zijn, is dit in de praktijk dus maar beperkt mogelijk. Ongeacht welk type investering eerst wordt uitgevoerd, is er altijd inzet nodig vanuit veelal dezelfde knelpuntberoepen. Het is wel mogelijk om eerst de investeringen uit te voeren waarvoor de minste arbeidskrachten nodig zijn, zodat de verschillende typen investeringen niet met elkaar concurreren om de al zeer schaarse arbeidskrachten, waardoor alle typen investeringen worden vertraagd.

Voorrang geven aan de minst arbeidsintensieve investeringen maakt het mogelijk om zoveel mogelijk van de voor de energietransitie benodigde investeringen te realiseren in een bepaalde periode. Dit is een optie - als het van belang wordt geacht - om zo snel mogelijk de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Is het doel echter het zovéél mogelijk reduceren van de broeikasgassenuitstoot in een bepaalde periode, zoals het huidige kabinet wil, dan is voor het prioriteren ook informatie nodig over hoeveel en op welke termijn elk type investering resulteert in een reductie van broeikasgassenuitstoot. Ook zijn er naast verschillen in arbeidsbehoefte uiteraard andere factoren relevant bij de afweging welke investeringen eerst te realiseren en welke later, zoals de technologische samenhang tussen investeringscategorieën of verwachtingen over wie vooral profiteert van de investeringen, wie de kosten draagt en de acceptie van de investeringen.

Voor halen klimaatdoel snel starten met aanpak arbeidsmarktknelpunten


Het prioriteren van investeringen is van belang voor het omgaan met arbeidstekorten op de korte termijn. Om op de lange termijn alle investeringen te realiseren die nodig zijn om de klimaatdoelen tijdig te behalen is het van belang dat nu al wordt gestart met andere acties die eraan bijdragen dat er in de toekomst voldoende geschikte arbeidskrachten zijn die ook aan de slag gaan in de knelpuntberoepen. Het gaat dan om opleiden en omscholen, maar ook om procesinnovatie zodat de behoefte aan arbeidskrachten wordt verkleind of aanpassingen in arbeidsomstandigheden.

Auteurs

PBL Auteurs
Anet Weterings Olga Ivanova Mark Thissen
Overige auteurs
Bakens, Jessie (ROA)
Den Nijs, Sacha (VU)
Pestel, Nico (ROA)

Kenmerken

Publicatietitel
Tekort aan technici voor de energietransitie vergt prioritering in investeringen
Publicatiedatum
14 maart 2023
Publicatie type
Artikel
Aantal pagina's
4
Publicatietaal
Nederlands
Tijdschrift
ESB
Productnummer
5147