Werken aan transformatie: reflectie op het Nationaal Programma Circulaire Economie

Achtergrondstudie leren voor verandering

Het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) richt zich op een volledig circulaire economie in 2050. De circulaire-economieopgave vertoont alle kenmerken van een transformatieopgave. In het NPCE wordt gesproken over de noodzaak van fundamentele veranderingen in de manier waarop we in onze – en de wereldwijde – economie produceren en consumeren, met gevolgen voor hoe we wonen, reizen, werken en recreëren. Hoe draagt de Rijksoverheid bij aan deze fundamentele veranderingen? 

Beleid richten op maatschappelijke transformatie is uitdagend. Het vraagt om veranderingen in de wijze waarop overheden werken, van de uitgangspunten die worden gehanteerd tot de vaardigheden die ambtenaren inzetten. Omdat overheden zelf ingebed zijn in bestaande maatschappelijke structuren en systemen, kunnen zij niet sturen op transformatie zonder ook zelf te veranderen. Het NPCE is een relevante casus om te onderzoeken hoe de Rijksoverheid werkt aan maatschappelijke transformatie.

Uitdagingen in het werken aan transformatie

Werken aan maatschappelijke transformatie past niet zomaar binnen de bestaande beleidspraktijk. In het NPCE lopen ambtenaren aan tegen spanningen tussen gangbare en vernieuwde manieren van werken. Denk bijvoorbeeld aan een meer experimentele  beleidsaanpak, terwijl lineaire werkwijzen de norm zijn. Of aan een integrale aanpak, terwijl financierings- en verantwoordingsprocessen sectoraal zijn ingericht. We laten in dit onderzoek zien dat tegengestelde verwachtingen en ambities niet makkelijk zijn op te lossen, maar juist vragen om het omgaan met spanningen en zoeken naar verbinding. 

Aanknopingspunten voor een transformatieve overheid

We belichten in dit rapport vier aanknopingspunten om het werken aan transformatie rond het NPCE te versterken. Ten eerste is het van belang om richting te geven aan de transformatie naar een circulaire economie. Dit vraagt om een stevigere invulling van de coördinerende rol van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om de circulaire-economieopgave zichtbaarder op de interdepartementale beleidsagenda te zetten. Ten tweede vraagt de verandering naar een circulaire economie om een sterkere verbinding tussen de concrete beleidsstappen die worden gezet en de systeemverandering die wordt beoogd. Het is daarbij van belang onderscheid te maken tussen kleine stappen met positieve bijdrage aan systeemverandering en kleine stappen die gebaande paden niet doorbreken of juist bevestigen. Ten derde vraagt werken aan transformatie om maatschappelijk en politiek draagvlak. Maatschappelijke transformatie raakt verschillende groepen in de samenleving en werken aan transformatie is werk van de lange adem. Het is dus belangrijk om een robuust maatschappelijk verhaal te ontwikkelen en uit te dragen over de circulaire economie en samenleving waar het beleid aan bijdraagt. Tot slot benadrukt het onderzoek de toegevoegde waarde van transformatieve vaardigheden om complexe problemen aan te pakken. Werken aan transformatie vraagt om een andere manier van werken bij de Rijksoverheid, met het vermogen om op flexibele wijze beleid bij te sturen, anticiperend op onverwachte ontwikkelingen, onzekerheden en risico’s, en met lef om de transformatieopgave voorop te stellen.

Kenmerken

Publicatietitel
Werken aan transformatie: reflectie op het Nationaal Programma Circulaire Economie
Publicatiesubtitel
Achtergrondstudie leren voor verandering
Publicatiedatum
3 juni 2025
Publicatie type
Rapport
Aantal pagina's
48
Publicatietaal
Nederlands
Productnummer
5731