Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER)

Het Nederlandse kabinet wil in 2050 een volledig circulaire economie hebben gerealiseerd en heeft het PBL gevraagd om over de voortgang te rapporteren. Het antwoord hierop is de Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER), die eens in de twee jaar verschijnt en in samenwerking met andere kennisinstellingen wordt gemaakt.

De ICER geeft de stand van zaken van de transitie naar een circulaire economie in Nederland weer en bevat handvatten om die transitie te realiseren. De rapportage geeft zicht op trends in het grondstoffengebruik en de milieu- en sociaaleconomische effecten die daaruit volgen. Ook beschrijft het rapport de acties van maatschappelijke partijen en de middelen die zij hiervoor inzetten, alsook de interventies van de overheid ter bevordering van de transitie naar een circulaire economie.

Deze rapportage maakt onderdeel uit van de jaarlijkse cyclus van het circulaire-economiebeleid in Nederland en vormt input voor het overleg tussen de partijen die betrokken zijn bij het Grondstoffenakkoord en de vijf prioritaire transitiethema’s: biomassa en voedsel, bouw, kunststoffen, maakindustrie en consumptiegoederen. De ICER dient tevens als basis voor discussies over het circulaire-economiebeleid tussen het Kabinet en de Tweede Kamer. De in de ICER bijeengebrachte kennis moet bestuurders, politici en beleidsmakers handvatten bieden om productie- en consumptieprocessen desgewenst met beleid bij te sturen.

De ICER is tot stand gekomen in samenwerking met, en met input van, de volgende instellingen: CBS, CPB, Centrum voor Milieuwetenschappen (Universiteit Leiden), RIVM, RVO, RWS, TNO en Copernicus Instituut (Universiteit Utrecht). Al deze instellingen dragen bij aan het meerjarige Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie, dat gecoördineerd wordt door het PBL.