De provinciale zoektocht naar een nieuwe koers voor het landelijk gebied

Het kabinet-Schoof is een nieuwe koers voor het landelijk gebied ingeslagen, waardoor de provincies zich op hun rol beraden in het landelijk gebied. Provincies waren met hun provinciale plannen voor het landelijk gebied (PPLG’s) bezig met een integrale, gebiedsgerichte aanpak gericht op verbetering van de natuur- en waterkwaliteit en het verminderen van broeikasemissies uit de landbouw. Nu geven de provincies  op verschillende manieren een vervolg aan het PPLG dat zij al aan het ontwikkelen waren. De meeste provincies gaan door met de provinciale programma’s voor het landelijk gebied, maar in gewijzigde vorm waarbij de eerder ontwikkelde plannen worden opgenomen, terwijl een minderheid van de provincies de integrale aanpak los laten en terug vallen op sectoraal beleid.

De provincies worden geconfronteerd met een onzekere beleidscontext in relatie tot de doelen in het landelijk gebied. Met het stopzetten van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en het intrekken van het transitiefonds, verviel de afspraak dat provincies Provinciale Programma’s Landelijk Gebied (PPLG) moeten vaststellen. De financiële middelen zijn de komende jaren nog steeds substantieel, maar kleiner dan aangekondigd door het vorige kabinet. Bovendien zijn de plannen nog niet concreet en is nog onduidelijkheid over de inzet van de beschikbare middelen. Op de korte termijn hebben de provincies hun handen vol aan de uitvoering van maatregelen waarvoor eerder financiële middelen zijn toegekend. In combinatie met onduidelijkheid over de richting die het kabinet op wil, ligt er bij de provincies minder nadruk op strategievorming voor de langere termijn. 

Provincies reageren verschillend op de koerswijziging

Provincies geven op verschillende manieren een vervolg aan de Provinciale Programma’s Landelijk Gebied (PPLG) die zij onder het vorige kabinet aan het ontwikkelen waren. De provincies Noord-Brabant en Zeeland vallen terug op integrale programma’s die al in ontwikkeling waren vóór de komst van het NPLG. Provincie Utrecht zet haar Utrechts Provinciaal Programma onverkort door. De provincies Flevoland, Groningen, Limburg, Noord-Holland, Overijssel en Zuid-Holland, nemen plannen uit hun PPLG over in een ander programma of beleidsdocument, zoals de provinciale omgevingsvisie. De overige drie provincies (Drenthe, Friesland en Gelderland) laten de in het kader van het NPLG opgestelde plannen los en vallen (vooralsnog) terug op sectoraal beleid en programma’s.

Dit onderzoek schetst de provinciale plannen en uitvoering daarvan zoals die medio 2025 bekend waren. Dit is gedaan op basis van deskresearch en interviews met de twaalf provincies en het Interprovinciaal overleg IPO. Het onderzoek is uitgevoerd als onderdeel van het PBL-programma Toekomstbestendig Landelijk Gebied. Dit programma richt zich onder andere op de vraag hoe de samenwerking en afstemming tussen de diverse overheden voor de aanpak voor de opgaven die spelen in het landelijke gebied, vorm kunnen krijgen. 

Auteurs

PBL Auteurs
Ronald Plantinga Sara Swinkels
Overige auteurs
Jolanda van den Berg (WUR)
Dana Kamphorst (WUR)

Kenmerken

Publicatietitel
De provinciale zoektocht naar een nieuwe koers voor het landelijk gebied
Publicatiedatum
20 mei 2025
Publicatie type
Rapport
Aantal pagina's
53
Publicatietaal
Nederlands
Productnummer
5875