Op weg naar een robuuste monitoring van de circulaire economie

Wereldwijd zijn we veel meer grondstoffen gaan gebruiken. Grondstoffen zijn echter niet onbeperkt voorradig en het gebruik veroorzaakt milieudruk. De overheid stimuleert daarom de transitie naar een circulaire economie. Om beleid efficiënt in te zetten is kennis nodig. Hoeveel grondstoffen worden in Nederland gebruikt? Welke effecten veroorzaken zij? Maken bedrijven gebruik van overheidsregelingen? Onder leiding van PBL werkt een kennisconsortium aan de antwoorden.

Rapport geeft resultaten van een jaar onderzoek

Om  de transitie naar een circulaire economie te monitoren en informatie voor beleid te kunnen geven zijn nog vele stappen nodig. Het rapport laat de resultaten zien die in 2019 zijn geboekt in het kader van het Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie. Het rapport brengt de belangrijkste materiaalstromen in kaart en geeft inzicht in het maatschappelijke transitieproces naar een circulaire economie. Daarnaast laat het rapport zien welke kennis nodig is om robuuste beleidsopties aan te reiken.

Nederland koploper in gebruik van gerecyclede materialen

Nederland gaat, vergeleken met andere Europese landen, efficiënt om met materialen voor consumptie, en is zelfs koploper binnen de EU wat betreft gebruik van gerecyclede materialen.

Analyses van het elektriciteitssysteem en elektronica laten zien dat een deel van de kritische metalen lastig zijn te recyclen. Dit vraagt investeringen in nieuwe recyclingtechnieken. Daarnaast is er behoefte aan het ontwerpen van producten voor de energietransitie zoals elektrische auto’s, windmolens en zonnepanelen, op een manier dat materialen later gemakkelijk herbruikbaar zijn. 

Verhoging percentage gebruik gerecycled materiaal kent beperkingen

Het kabinet heeft zich ten doel gesteld om in 2030 het gebruik van nieuwe abiotische grondstoffen te halveren. Momenteel bestaat 13% van het totale materiaalgebruik in Nederland uit gebruikt materiaal. Verhoging van dit percentage is mogelijk, maar wordt beperkt doordat een belangrijk deel van de materialen en grondstoffen wordt geconsumeerd – zoals voedsel, verbrand – zoals fossiele  grondstoffen - of geëxporteerd via halffabricaten of producten. Daarnaast wordt een deel opgeslagen in producten met een lange levensduur - zoals woningen - waardoor deze materialen niet beschikbaar zijn voor de bouw van nieuwe woningen.

Voor het halen van de halveringsdoelstelling is daarom inzet op andere strategieën náást het gebruik van gerecyclede materialen gewenst.

Meerdere strategieën op weg naar circulaire economie

Het rapport onderstreept het belang van andere circulariteitsstrategieën náást recycling en verbranding, zoals leasen, delen, hergebruik van producten, reparatie of revisie van producten of onderdelen van producten, en levensduurverlenging. Een belangrijk doel van het consortium is om het inzicht in de circulariteitsstrategieën en hun effecten op milieudruk en leveringszekerheid te vergroten.

Financiële middelen nog maar beperkt gebruikt voor circulaire economie

Eén onderzoek in het rapport toont dat momenteel slechts een klein percentage van de beschikbare financiële overheidsmiddelen voor stimulering van investeringen met positieve impact op het milieu wordt gebruikt voor circulaire initiatieven door bedrijven.

De rijksoverheid kan met haar inkoopbeleid ook een steentje bijdragen aan de circulaire economie. In ruim de helft van de aanbestedingen voor kantoormeubilair en wegen is er aandacht voor circulariteit. Tegelijk vermindert deze inkoop het effect op het milieu nog maar in heel beperkte mate.

Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie

Dit rapport is tot stand gekomen in het kader van het Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie 2019-2023. Dit werkprogramma is een samenwerkingsverband van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML), het Centraal Planbureau (CPB), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), RVO.nl, Rijkswaterstaat en TNO onder leiding van het PBL.

Het kabinet streeft naar een volledig circulaire economie in 2050. Het doel van het werkprogramma is om de door het kabinet uitgezette koers naar 2050 te kunnen monitoren en te evalueren en de overheid te voorzien van de kennis die nodig is voor de vormgeving of bijsturing van beleid.

Meer informatie over het Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie vindt u hier.

Auteurs

PBL Auteurs
Anne Gerdien Prins Trudy Rood

Kenmerken

Publicatietitel
Op weg naar een robuuste monitoring van de circulaire economie
Publicatiedatum
30 januari 2020
Publicatie type
Rapport
Aantal pagina's
58
Publicatietaal
Nederlands
Tijdschrift
Tussenrapportage Werkprogramma Monitoring en sturing CE 2019
Productnummer
3808