Welke veestapel past in Nederland? Inbreng voor de maatschappelijke discussie over begrenzing en sturing van de omvang van de veestapel

Een grotere veestapel zonder extra maatregelen leidt tot meer milieueffecten en grotere risico's voor de volksgezondheid. Welke omvang en structuur van de veestapel past, is niet te zeggen, maar voortzetting van een vorm van productiebegrenzing draagt wel bij aan de beheersbaarheid van effecten of risico’s bij een mogelijke groei van de veestapel na 2015. De voordelen zijn het meest duidelijk bij de uitvoering van het mest- en ammoniakbeleid. De aanstaande besluitvorming over de begrenzing van de veestapel na 2015 vereist een integrale visie van de overheid op de toekomst van de veehouderij.

Grotere veestapel geeft meer risico’s voor volksgezondheid, leefomgevingskwaliteit en dierenwelzijn

De huidige wijze van veehouderij leidt tot een breed spectrum aan ongewenste effecten: overbemesting, uitstoot van ammoniak, broeikasgassen, fijn stof en stank, ontwikkeling van antibioticaresistentie, ongerief bij dieren en schade in landen waaruit veevoer wordt geïmporteerd. De relatie tussen deze effecten en de omvang van de veestapel is ingewikkeld en vaak niet eenduidig. Echter zonder aanvullende maatregelen gaat groei van de veestapel doorgaans gepaard met meer milieueffecten, grotere risico’s voor de volksgezondheid en meer kans op uitbraken van dierziekten.

Integrale visie op mestbeleid en veehouderij nodig

De fundamentele vragen zijn of de huidige omvang en inrichting van de veehouderij optimaal is voor de Nederlandse èn Europese welvaart en of een verwachte groei bij afwezigheid van volumebegrenzing niet leidt tot een verslechtering op het gebied van emissies, dierziektes en volksgezondheid. Nederland heeft een unieke positie in de Europese Unie omdat ze ruim de helft van haar veehouderijproducten exporteert. De keerzijde is een hoge druk op de Nederlandse leefomgeving, en een maatschappelijke schade die nog maar zeer beperkt wordt doorberekend naar de afnemers.

Afschaffing van productiebegrenzing zal kunnen leiden tot een grote verandering in de structuur van de veehouderij, bijvoorbeeld als de economisch sterkere melkveehouderij de varkenshouderij verdringt op de mestmarkt of als megabedrijven de kleinere gezinsbedrijven verdringen. Inzet op technische mogelijkheden voor beheersing van leefomgevingseffecten en op innovatie bieden een deel van de oplossing, maar het ontbreekt vaak nog aan economische prikkels op het gebied van milieu en technisch perspectief op het gebied vanvolksgezondheid. Voor de aanstaande besluitvorming over productiebegrenzing na 2015, is er dus behoefte aan een integrale visie van de overheid, niet alleen op het mestbeleid, maar ook op beheersing van andere leefomgevingseffecten en daarmee ook op de structuur, inrichting en aansturing van de veehouderijsector.

Het rapport 'Productierechten in de veehouderij' geeft een terugblik op de werking van de productierechten sinds 1987 en een inschatting van voor- en nadelen bij afschaffen.

Auteurs

Hans van Grinsven, Jaap Willems, Jan van Dam, Henk van Zeijts, Henk Westhoek & Sietske van der Sluis

Kenmerken

Publicatietitel
Welke veestapel past in Nederland? Inbreng voor de maatschappelijke discussie over begrenzing en sturing van de omvang van de veestapel
Publicatiedatum
8 september 2011
Publicatie type
Publicatie
Publicatietaal
Nederlands
Productnummer
518