Stedelijke regio’s als motoren van economische groei

Volgens de recente PBL-studie ‘Stedelijke regio’s als motoren van economische groei’ heeft Nederland behoefte aan een nieuwe regionaal economische beleid. Een beleid waarin nationale en regionale agenda’s op elkaar zijn afgestemd en elkaar versterken. Beleid dat zich niet alleen richt op het versterken van de economische structuur maar ook op menselijk kapitaal, woon- en leefomgevingsbeleid en op de infrastructuur.

In economische succesvolle regio’s spelen overheden een actieve rol door te investeren in en het faciliteren van groei. Het is aan de regionale overheden om een gezamenlijke strategie te formuleren en allianties te sluiten tussen publieke en private partijen én met Rijk en provincies. In succesvolle regio’s is het beleid vooral gericht op factoren die van belang zijn voor groei en innovatie en op het creëren van aantrekkelijke plekken om te wonen en te werken.

Geen uniform pad naar economisch succes

Economische groei is padafhankelijk: historische structuren en eerdere gebeurtenissen bepalen de loop van latere ontwikkelingen. Het is de uitdaging om de juiste beleidsmix te vinden rond een gemeenschappelijk doel dat aansluit bij de economische structuur en dynamiek van de regio. Regionaal-economische beleid combineert dus huidige positieve punten, maar richt zich ook op de transformatie naar nieuwe activiteiten en technologieën.

In de onderzochte casestudies zien we hiervan talloze voorbeelden. Bijvoorbeeld hoe München haar clusters inbedde in een innovatiesysteem en haar instituties aanpaste aan nieuwe markten, hoe de Brainport Eindhoven zich opnieuw uitvond, hoe Milton Keynes haar suburbane ligging aan stedelijkheid koppelde, hoe Dublin internationale kennis- en kapitaalstromen wist te verankeren, hoe Amsterdam uitgroeide tot een van de aantrekkelijke steden te wereld, en hoe Madrid wist uit te groeien tot een complete metropool.

Brainport Eindhoven is een van de casestudies besproken in het rapport Stedelijke regio’s als motoren van economische groei’. Voor een interview met Otto Raspe over deze casus zie de site van Brainport Eindhoven.

Het functioneren van stedelijke en regionale economieën en het beleid dat daarbij past, is een belangrijk onderzoeksthema van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). In de PBL- studie ‘Stedelijke regio’s als motoren van economische groei’ (Raspe et al. 2017) is in dat kader (op basis van een uitgebreide literatuurstudie) onderzocht welke factoren samenhan- gen met de economische ontwikkeling van regio’s. Hiernaast is voor ongeveer 800 regio’s in Europa onderzocht wat de kwantitatieve verbanden zijn tussen deze factoren en economische groei. In zes casestudies wordt in die studie vervolgens specifieker ingegaan op de mechanismen achter de groei en de inzet van beleid over een langere periode. Hieruit blijkt dat overheden in economisch succesvolle regio’s het verschil hebben gemaakt door actief beleid te voeren. Beleid gericht op (meerdere) factoren die belangrijk zijn voor groei. De combinatie van factoren waarop het beleid is gevoerd, is bovendien contextspecifiek en padafhankelijk. Proactieve overheden met goede kennis van het ‘regionale DNA’ werken samen met regionale en nationale partners en weten over het algemeen een effectieve regiospecifieke beleidsmix te vinden. Het onderzoek naar de economie van Den Haag moet in deze onderzoekslijn worden geplaatst. Aan de hand van het in Raspe et al. (2017) ontwikkelde format is een historische analyse uitgevoerd van de economie van de regio Den Haag. Een quickscan waarin de vraag centraal staat hoe de motor van de economie van de regio Den Haag functioneert.

Auteurs

Otto Raspe (PBL), Martijn van den Berge (PBL) en Thomas de Graaff (VU)

Kenmerken

Publicatietitel
Stedelijke regio’s als motoren van economische groei
Publicatiedatum
16 november 2017
Publicatie type
Publicatie
Productnummer
2901