Brede welvaart in elke regio

Voor welke keuzes staat het rijk?

In deze studie licht het PBL toe waarom politieke keuzes nodig zijn als het Rijk de brede welvaart wil behouden of bevorderen in elke regio, en om welk typen keuzes het gaat. Naast inzicht in hoe de brede welvaart verschilt tussen regio’s, is ook duidelijkheid nodig over waar het Rijk naar streeft bij zo’n beleid. Wat is volgens het Rijk de gewenste verdeling van brede welvaart over het land? En wat acht het Rijk daarbij nodig, voor wie, waar en wanneer? Hierover bestaan verschillende opvattingen. Deze studie beschrijft welke dat zijn en laat zien dat waar het Rijk naar streeft van invloed is op of en welke bestaande regionale verschillen in brede welvaart een probleem zijn dat mogelijk om overheidsingrijpen vraagt.

Invulling geven aan de nieuwe beleidsfocus

In reactie op het advies ‘Elke regio telt!’ van de Rli, ROB en RVS, heeft het Rijk aangegeven dat de beleidsfocus op ‘versterken van wat al sterk is’ anders moet en ongewenste verschillen in welvaart en welzijn te willen verkleinen. Voor een gericht beleid is het van belang dat het Rijk nader invulling geeft aan wat het ongewenst vindt. Met deze studie wil het PBL het Rijk helpen bij het identificeren en ordenen van de keuzes die dit vraagt, om zo te komen tot een bewuster en beter onderbouwd beleid. Deze studie is gebaseerd op meerdere eerder verschenen PBL-studies, aangevuld met literatuuronderzoek.

Welke verdeling over het land is gewenst?

Er bestaan verschillende opvattingen over wat een rechtvaardige verdeling is. Elke opvatting leidt tot een andere beleidsfocus. Zo kan het Rijk wel blijven streven naar het stimuleren van de economische kerngebieden (‘maximaliseren’), maar zal het aanvullende voorwaarden moeten stellen als het wil voorkomen dat ergens de welvaart afneemt. Het alternatief is dat het Rijk de focus verlegt naar het ondersteunen van achterblijvende regio’s. Maar welke regio achterblijft, hangt wel af van of het Rijk streeft naar zo min mogelijk verschillen tussen regio’s (‘meer gelijk’) of voorkomen dat het welvaartsniveau in een regio onder een door beleid vastgesteld minimum terecht komt (‘voldoende’).

Wat is nodig bij brede welvaart en voor wie?

Brede welvaart omvat alles wat van waarde is voor mensen, nu en in de toekomst. Maar niet iedereen hecht evenveel waarde aan dezelfde zaken en de meningen verschillen over wat nodig is voor het welzijn van mensen. Er is (nog) geen algemene geaccepteerde overeenstemming van wat van waarde is en nodig is bij brede welvaart. Het is daarom aan bestuurders van het Rijk om daar invulling aan te geven. Dit vraagt om keuzes in wat het Rijk van publiek belang acht voor het welzijn van mensen, wat per aspect nodig of acceptabel is, en hoeveel waarde aan elk van die aspecten wordt gehecht. Niet alle zaken waar belang aan wordt gehecht zijn even goed met elkaar te verenigen. Daarom zijn er ook keuzes nodig zijn in wat ten koste van wat mag gaan en in welke mate. Dat kan gaan om afruilen tussen aspecten van brede welvaart, maar ook tussen de drie dimensies (‘hier en nu’, ‘later’ en ‘elders’) of tussen groepen inwoners.

Geheel of afzonderlijke aspecten, en generieke of regiospecifieke invulling?

Naast de politieke keuzes, zijn er nog twee keuzes nodig bij rijksbeleid gericht op brede welvaart in elke regio. De eerste is of het Rijk zich richt op het geheel of op de afzonderlijke aspecten van brede welvaart. Wat kan, hangt mede af van de gewenste verdeling. Zo vraagt een streven naar ‘voldoende’ brede welvaart in elke regio om het per aspect vaststellen van een minimumwaarde, terwijl bij ‘maximaliseren’ de focus ligt op het zoveel mogelijk vergroten van het geheel aan brede welvaart. Daarnaast kan het Rijk ervoor kiezen om voor elke regio dezelfde invulling te geven aan wat van belang wordt geacht bij brede welvaart en hoeveel, of die invulling te laten variëren tussen regio’s. De waardering van aspecten kan regionaal verschillen en een regiospecifieke invulling maakt het mogelijk daarop in te spelen.

Intersectoraal en interbestuurlijk

Beleid gericht op brede welvaart vraagt om een integrale afweging, omdat niet alles wat van belang wordt geacht goed met elkaar is te verenigen. Voor een zorgvuldige afweging is het van belang om bestuurders uit alle beleidssectoren te betrekken bij de beleidsvorming zodat alle aspecten van brede welvaart worden meegewogen. Daarnaast is ook bijna altijd een rol voor meerdere bestuurslagen. Omdat een deel van de beleidsdossiers zijn belegd bij de decentrale overheden, zal het Rijk bij de uitvoering vaak afhankelijk zijn van de inzet van decentrale overheden. Als het Rijk kiest voor een regiospecifieke invulling van brede welvaart, kan het decentrale overheden het streefbeeld voor hun regio laten vaststellen. Zij hebben beter zicht op wat hun inwoners nodig hebben en waarde aan hechten. Maar als beleid in de ene regio geen negatieve gevolgen mag hebben voor de brede welvaart in andere regio’s, is er wel coördinatie in de aanpak tussen de regio’s nodig. Omdat dit vraagt om bovenregionale afstemming, is dat een rol voor het Rijk.
 

Auteurs

PBL Auteurs
Anet Weterings Marieke van der Staak Danielle Snellen Mark Thissen

Kenmerken

Publicatietitel
Brede welvaart in elke regio
Publicatiesubtitel
Voor welke keuzes staat het rijk?
Publicatiedatum
27 februari 2024
Publicatie type
Rapport
Aantal pagina's
33
Publicatietaal
Nederlands
Productnummer
5279