De energie-investeringsaftrek: free riding binnen de perken

Subsidieregelingen zoals de Energie-Investeringsaftrek zijn niet altijd even effectief omdat er altijd gebruikers zijn die subsidie verkrijgen uit de regeling, maar die ook zonder subsidie wel geïnvesteerd zouden hebben in schonere technologieën. Op verzoek van de Tweede Kamer heeft de regering toegezegd onderzoek te laten doen naar dit vraagstuk van ‘free riders’- of meeliftersgedrag. Met deze policy brief geeft het PBL invulling aan het verzoek. 

Ondanks het aanzienlijke percentage van 50% free riders is de EIA vergeleken met andere subsidieregelingen een effectieve subsidie.

Effectieve regeling om nieuwe technologieën te promoten

Doel van subsidies als de EIA is dat nieuwe, schonere technologieën, door middel van een financiële stimulans, sneller en breder worden verspreid. De energiebesparing per euro belastinggeld is hoog en de regeling draagt aanzienlijk bij aan de bekendheid van nieuwe, efficiëntere technologie. Daarmee is de EIA ook een relatief goedkope manier om CO2-uitstoot te verminderen.

Verder draagt de regeling positief bij aan de bekendheid met en het vertrouwen in nieuwe schonere technologieën.

Relatief veel ‘free riders’ onder grotere bedrijven

Free riders verminderen hun eigen investeringskosten door gebruik te maken van de subsidie zonder dat dit daadwerkelijk tot een nieuwe investering leidt. De kosten van investeren in schonere technologie worden in dat geval deels verplaatst van de bedrijven naar de belastingbetaler.

Het percentage ‘free riders’ schommelt door de tijd heen rond de 50% en is hoog ten opzichte van andere regelingen. Vooral onder grotere bedrijven, die een financiële rekenmethode hanteren om de terugverdientijd van investeringen te berekenen, bevinden zich ‘free riders’ bij de EIA.

Maatwerk nodig om ‘free riding’ ter veminderen

Hoofdconclusie is dat de huidige vormgeving van de EIA in principe goed aansluit op inzichten uit de literatuur voor het ontwerp van een effectieve regeling om schonere technologie te stimuleren. Met het oog op het zoveel mogelijk voorkómen van ‘free rider’-gedrag doet het PBL in de policy brief wel een aantal aanbevelingen:

  • Het is essentieel de lijst met nieuwe schonere technologieën voortdurend actueel te houden.
  • Het is goed naar de besparingsberekeningen te kijken omdat deze nog uitgaan van de klassieke werking van de energiemarkt.
  • Het instrument kan het beste blijven focussen op relatief kleine investeringen in energiebesparing door vooral het midden- en kleinbedrijf.
  • De toegankelijkheid van subsidie voor nieuwe, schonere technologieën zou verruimd kunnen worden naar bedrijven zonder winstoogmerk.
  • De termijn van verliescompensatie van 3 jaar zou verruimd kunnen worden, maar vooral een flexibeler afschrijvingstermijn van de investering kan bijdragen aan meer effectiviteit van de regeling.
  • Vanwege ervaringen in het verleden ziet het PBL geen argumenten voor hogere aftrekpercentages.
  • Tot slot beveelt het PBL onafhankelijk onderzoek aan naar bedrijven die juist geen gebruik hebben gemaakt van de EIA bij een vergelijkbare investering, om te achterhalen of een investering in een schonere technologie werkelijk additioneel is dankzij de EIA of toch niet.

Auteurs

PBL Auteurs
Herman Vollebergh

Kenmerken

Publicatietitel
De energie-investeringsaftrek: free riding binnen de perken
Publicatiedatum
24 juni 2020
Publicatie type
Rapport
Aantal pagina's
33
Publicatietaal
Nederlands
Productnummer
3772